Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Maaike van Rest over haar rol als wetenschapper en haar bijdrage als lid van Impact Board FGB

Dr. Maaike van Rest is lid van de Impact Board van de Faculteit der Gedrags- en Bewegingswetenschappen (IB-FGB). De IB-FGB (gestart in november 2021) beschouwt impact en valorisatie als onlosmakelijk met elkaar verbonden. Aan de hand van een aantal vragen schetst Maaike van Rest in dit interview haar rol binnen de faculteit als onderzoeker, haar rol binnen de Impact Board FGB en haar visie op impact en valorisatie.

De Impact Board FGB (IB-FGB) is de facultaire representant van de Impact Board (IBVU). Net als in de IBVU zitten in de IB-FGB vertegenwoordigers namens alle afdelingen van de faculteit FGB. Jij bent lid namens Clinical Child and Family Studies, hoe is dat zo gekomen, wat is jouw rol?

Sinds begin 2020 werk ik, naast aan de VU, ook voor de Academische Werkplaats Viveon: een samenwerking van zorginstelling ’s Heeren Loo voor mensen met verstandelijke beperkingen en onze sectie Clinical Child and Family Studies. Mijn rol daarbinnen, en die neem ik mee binnen de IB-FGB, is als adviseur kennisontwikkeling. Samen met collega’s start ik nieuwe praktijkgerichte onderzoeksprojecten in “Broedplaatsen” waar vanaf het begin tijdens de brainstorm over kennisvragen ook de partners uit de zorg betrokken zijn.

Vóórdat ik deze rol kreeg heb ik in mijn onderzoek een nieuw diagnostisch instrument ontwikkeld naar sociale cognitie en agressief gedrag; dit heeft impact gehad in de zorg voor jeugd, doordat ik het instrument (een app) met een testuitgeverij op de markt heb gebracht. Met deze ervaring en kennis probeer ik meer projecten te helpen om de stap naar impact te maken.


Wat versta jij onder valorisatie en hoe vind je dat VU-onderzoekers hun werk onder de aandacht moet brengen?

Valorisatie is het proces waarbinnen je waarde creëert (valu = waarde) vanuit je onderzoek voor het juiste publiek. Dat verschilt dus per onderzoeksveld en per -project: het publiek kan een groep zijn binnen de samenleving, een sector of een specifieke tak in de bedrijfswereld, binnen de overheid, of een andere onderzoeksgroep etc. Impact is het doel wat we willen bereiken met de nieuwe kennis die we hebben opgedaan uit onderzoek. Bijvoorbeeld het concrete product dat echt gebruikt wordt, of een nieuw netwerk aan mensen dat samenwerkt, of een patent of start-up.

In het proces van valorisatie kunnen VU-onderzoekers dus steeds een stukje waarde creëren voor de juiste mensen voor wie het onderzoek belangrijk is. Elke vorm is een goede stap: van eerst kennis online delen tot aan het concrete gebruik van de kennis op dagelijkse basis. Als iedereen nét buiten de bekende kaders denkt, en nét een stap verder deelt of kennis toepast, komt de wetenschap en kennis bij meer mensen terecht.


Is het belangrijk dat VU-onderzoekers hun werk onder de aandacht brengen en waarom?

Ik denk dat het vooral belangrijk is dat we hierin samenwerken en taken verdelen binnen onderzoeksgroepen. Dus ja, het is belangrijk om aandacht te creëren voor elk onderzoek bij het juiste publiek, en dat kan ook meer centraal vanuit elke afdeling geregeld worden. Dat hoeft niet elke onderzoeker individueel te doen, we merken soms namelijk dat dit idee collega’s ietwat afschrikt. We focussen steeds meer op Team-science en dat houdt ook in dat dit gedeelte van valorisatie meer kan passen bij collega’s die daar motivatie en talent voor hebben. Zo kunnen we voor elk onderzoek samen werken aan impact. 


Hoe doe jij dit zelf met jouw eigen onderzoek?

Voor onze sectie en afdeling is de eerste stap gezet door samenwerkingen te formaliseren met de zorgpraktijk: Academische Werkplaatsen. Ik heb daarbinnen de rol om kennis te ontwikkelen, te delen, en te zorgen dat het op de juiste werkvloer terechtkomt bij de juiste mensen. Binnen mijn eigen projecten heb ik dus over mijn diagnostische instrument gepresenteerd, trainingen gegeven aan zorgprofessionals, stukken geschreven in de juiste vakbladen, en samen met IXA (bedrijfsjuristen aan de VU) de testuitgeverij Hogrefe Amsterdam benaderd om het instrument uit te geven.


Moet al het wetenschappelijk werk een maatschappelijk belang hebben?

Wetenschap kan uiteraard op veel manier bedreven worden, van puur theoretisch tot participatief actie-onderzoek. Bij het laatste geval is het maatschappelijke belang heel duidelijk en direct zichtbaar, maar dat hoeft zeker niet altijd het geval te zijn. Het is niet de enige waarde die we nastreven. Ik geloof wel dat er voor elk onderzoek valorisatie mogelijk is in kleine stapjes. Valorisatie van puur theoretisch onderzoek kan betekenen dat de uitkomsten waarde hebben voor een andere onderzoeksgroep, die daarmee een stap verder komen. En wellicht drie onderzoeksgroepen verder bereikt het zo alsnog maatschappelijk onderzoek. Direct en indirect draagt wetenschap bij aan de maatschappij, die opvatting heb ik wel.


Hoe kun je valorisatie nog meer integreren in de academische cultuur?

Door met huidige collega’s de gesprekken te voeren over valorisatie en impact als iets wat geïntegreerd is in hun onderzoek, het is niet iets nieuws, maar men moet er soms bewust van worden welke activiteiten hierbij horen. Zo brengen leidinggevenden dat weer over op nieuwe collega’s. Vanaf het begin is er dan aandacht voor impact, waardoor bijvoorbeeld een nieuwe partner wordt benaderd mee te denken. Een onderdeel van valorisatie kan ook zijn dat kennis uit de wetenschap direct in het onderwijs wordt doorgegeven aan de nieuwe lichting professionals die we opleiden aan de VU. Dat verschilt ook weer per studie, maar de nieuwste kennis doceren is altijd een streven.


Hoe zie jij de relatie tussen onderwijs, onderzoek en valorisatie?

Bij mijn onderzoeksveld naar kinderen en volwassenen met een licht verstandelijke beperking en agressieproblemen is de link tussen onderzoek en onderwijs goed te maken. Ik geef samen met ervaringsdeskundigen van zorginstelling ’s Heeren Loo colleges aan studenten. Daarbij vertel ik over de nieuwste wetenschappelijke onderzoeken rondom verstandelijke beperking en de ervaringsdeskundigen vertellen over hun leven met een verstandelijke beperking en alle uitdagingen die daarbij komen kijken. In die colleges gaan wetenschap en praktijk hand in hand en creëren we meer waarde voor de studenten die met al deze kennis vervolgens in de praktijk gaan werken.


Hoe kan impact en valorisatie meer zichtbaar gemaakt worden?

Met de IB-FGB willen we steeds meer aan collega’s laten zien wat impact inhoudt en met welke activiteiten je impact kunt bereiken. Ook met praktische voorbeelden, showcases, zodat men het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden. Kennis kunnen we delen, zodat het zich mooi kan verspreiden. Dan is er niet per se impact bereikt, maar het kan wel de start zijn van het proces. We kunnen ook actief mensen benaderen die iets met die kennis kunnen doen. Of bijvoorbeeld nieuwe samenwerkingen of consortia opzetten waarin de kennis verder wordt gebruikt. Bij elk onderzoeksveld of -project kunnen andere activiteiten passen, waarover de IB-FGB en IXA graag meedenken.


Wat wil jij zelf middels jouw rol in de IB-FGB realiseren?

Ten eerste bewustwording creëren bij de FGB-collega’s van de huidige goede initiatieven en activiteiten, die kunnen worden uitgebouwd en waarvan kan worden geleerd. Ten tweede inspiratie leveren, out-of-the-box denken, ik houd van brainstormen en de nieuwe creatieve oplossingen die daaruit voortkomen: dat kan bij elke vorm van onderzoek en voor elk onderwerp.


Jouw onderzoek is maatschappelijk zeer relevant. Laten we het hebben over jouw impact als onderzoeker en je valorisatie-activiteiten. Wie ben jij als onderzoeker?

Ik ben een wetenschappelijk onderzoeker, die altijd een sterke focus heeft gehad op bruikbaarheid van mijn werk voor de mensen in de praktijk van zorginstellingen. De link tussen die twee perspectieven vind ik heel interessant, ik maak graag die schakeling, vertaal de kennis naar concrete voorbeelden, zodat het voor iedereen te begrijpen valt.


Waarom doe jij onderzoek naar dit onderwerp?

De interesse en motivatie om kinderen zo vroeg mogelijk te helpen bij hun sociale - en gedragsproblemen en kansen te creëren voor hun ontwikkeling heb ik van jongsafaan. Als puber werkte ik al met kinderen met gedragsproblemen, eerst in de rol van gymnastiekdocent binnen een wijk met lage socio-economische status. Tijdens mijn studie begon ik als persoonlijk begeleider voor kinderen met een zorgvraag, zoals agressie op school. Mijn eigen nieuwsgierigheid en behoefte aan uitdaging kon ik kwijt in onderzoek, waarmee ik gedrag leerde begrijpen en verklaren. Ik heb mijn promotie en werk gelukkig op deze doelgroep en onderwerpen kunnen aansluiten.

Het filmpje Amsterdam Science & Innovation Award finalist Maaike van Rest: understanding children's perspectives is gemaakt naar aanleiding van AMSIA, en daarin vertel je over jouw onderzoek. Hoe is dat ontstaan en wat heeft het jou opgeleverd?

In 2014, tijdens mijn promotie, ben ik samen gaan werken met de business developers en bijdrijfsjuristen van IXA en prof. Masurel van Sustainable Entrepreneurship aan de VU. Ik leerde van hen een meer bedrijfsmatige manier van denken over mijn onderzoek, en het benadrukken van de innovatieve kant van mijn onderzoek: het ontwikkelen van een diagnostisch instrument voor gebruik in de zorg voor jeugd met agressieproblemen met of zonder een verstandelijke beperking. De AMSIA was daarin een mooie stap om bezig te zijn met dat ondernemerschap en innovatie vanuit wetenschap. Concreet hielp het om te leren pitchen en te schrijven over mijn onderzoek op een manier die een groter publiek aanspreekt. Omdat AMSIA voor alle studies en onderzoeksvelden binnen Amsterdam open is, leerde ik ook van heel veel andere perspectieven: van het ontwikkelen van nieuw rubber voor een fietsband tot het perfectioneren van een MRI-scanner, en mijn sociaal-gedragsmatige focus zat daar tussen. Iedereen wilde op een manier impact hebben en de maatschappij een stapje verder helpen.


Waarom vind je het belangrijk meer te doen dan enkel academische papers te schrijven?

Ik heb altijd het gevoel gehad van ‘werk moet nut hebben’ en het liefst voor zoveel mogelijk mensen. Hier komt mijn onderzoeksveld Pedagogische Wetenschappen als verklaring: ik heb dit natuurlijk van mijn ouders zo geleerd. Dus probeer ik in mijn academische werk zoveel mogelijk kennis tot actie te laten overgaan, zodat meer mensen het meekrijgen en begrijpen. De basis van mijn onderzoek past daar ook goed bij, het is gericht op het begrijpen en verklaren, maar soms ook proberen veranderen van menselijk gedrag. Dit sluit heel mooi aan bij het bereiken van impact, daarmee willen we ook op een manier menselijk gedrag ten goede veranderen zodat al het voorwerk nut heeft.


Van wie heb jij adviezen en coaching mogen ontvangen?

De adviseurs en juristen van IXA, met name Diane Schöller, en prof. Masurel hebben mij geholpen op het gebied van ondernemerschap. Verder voelde ik me gesteund door mijn promotoren prof. Schuengel en prof. Matthys en co-promotoren prof. Van Nieuwenhuijzen en drs. Vriens, die mij coachten in de link tussen wetenschap en “zorgland”. . Ook de bestuurders van de grote zorginstellingen, verenigd in een stuurgroep, die al betrokken waren, hebben mij van goed advies voorzien over het gebruik van de app in de instelling.


Valt het te managen qua tijd?

Het idee dat valorisatie en impact vooral tijd kosten hoor ik vaker in de academische wereld. Eigenlijk is dat enkel waar op de korte termijn. Maar onderzoeksprojecten zijn langetermijnprojecten, en dan scheelt het juist tijd! Als er van begin af aan al partners zijn, die meewerken aan het onderzoek en aan het laten landen op de juiste plek bij het juiste publiek, hoeft de onderzoeker dat niet allemaal zelf op te starten aan het eind. Voor mij betekent dat, dat ik jaren geleden heb geïnvesteerd in partners zoals zorgprofessionals, IXA en de uitgeverij Hogrefe om samen te werken aan mijn diagnostische instrument voor jeugd. Nu plukken we daar de vruchten van, want het instrument is bekend geraakt op verschillende vlakken. Nieuwe onderzoekers benaderden mij en wilden nieuwe versies ontwikkelen, daardoor is er nu een Spaanse vertaling die al wordt onderzocht door een promovendus in Spanje. De uitgeverij in Amsterdam heeft daar een zuster-bedrijf, waarmee we in gesprek zijn om het uit te geven. In Nederland wordt er nu een volwassen-versie ontwikkeld binnen onze Academische Werkplaats, omdat zorgprofessionals mij daar om vroegen. Ik heb zeker tijd en energie geïnvesteerd, en begon daarmee al jaren geleden, maar op de lange termijn levert mij dat nu veel meer op.


Wat leer je van impact activiteiten wat je niet in de puur academische wereld leert?

De Broedplaatsen die wij houden met de Academische Werkplaats vind ik een mooi voorbeeld. Zo creëren wetenschappers, zorgprofessionals, beleidsmakers, ervaringsdeskundigen en hun naasten samen: van het begin van de ideeën tot het eind van een project met producten of bijvoorbeeld nieuwe behandelingsvormen. Iedereen leert van een ander perspectief, want je denkt soms toch meer vanuit één kader dan je zelf doorhebt. Zo’n samenwerking doorbreekt dat, iedereen neemt vervolgens andere kennis mee naar huis en doet daar iets mee in het werk. Dat leer je niet van puur academische werken.

De Academische Werkplaats Viveon kent overigens een structurele subsidie (sinds 2019, vanuit Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport), zodoende zijn er veel mogelijkheden.


Wat zou je nog graag willen bereiken op het gebied van impact?

Voor onze faculteit FGB en onze afdeling zou ik willen bereiken dat men  impact minder zal zien als nóg een taak die erbij ‘moet’. Door het in teams samen te doen, en mensen daar het voortouw in te laten nemen die daar ook gevoel en motivatie voor hebben, kunnen we voor elk onderzoek meer aandacht creëren. Dat is al een stap! Het ideaal zou zijn als aan elke start van een nieuw onderzoek al partners betrokken zijn uit de praktijk, bedrijfswereld, overheid, die de resultaten kunnen gaan gebruiken na enkele jaren.


Hoe zou je je collega’s s kunnen helpen die ook impact willen maken? Of collega’s die aan het begin staan van een soortgelijke traject/project?

Het begint vaak met concrete voorbeelden van samenwerkingen of producten, die mensen aanspreken. Eigenlijk ben ik al jaren “advies” aan het geven wanneer collega's mij vragen stelden als 'hoe heb je die uitgeverij benaderd' of over het ontwikkelen van een technische app, dat gebeurt automatisch. De Impact Board van FGB is het officiële aanspreekpunt, met gedelegeerden van verschillende afdelingen. De gespecialiseerde (juridische) advisering en ondersteuning wordt door IXA gedaan, bijvoorbeeld als er een onderneming gestart gaat worden of een contract wordt opgesteld. Als dat niet nodig is dan kan de advisering ook al op de VU-afdeling plaatsvinden, bij ons is dat voor Onderwijskunde bij Ilja Cornelisz, voor Pedagogische Wetenschappen bij mij.. Dan kunnen we natuurlijk weer verder verwijzen naar de juiste mensen.


Wat vind jij: zouden wetenschappers meer moeten samenwerken?

Ik denk dat we elkaar vooral nog meer kunnen ondersteunen. Immers, onderzoekers moeten al zo veel verschillende activiteiten en vaardigheden beheersen. In Team-science benut je de verschillende talenten en motivaties van mensen. Zo kun je elkaar aanvullen, bijvoorbeeld in het bedenken van een onderzoeksopzet, sommigen zijn weer beter in het analyseren daarvan, of juist het presenteren. Anderen blinken weer uit in subsidies aanvragen en goede artikelen schrijven. Ook mensen die meer aan de theoretische kant van onderzoek opereren kunnen meer aandacht voor hun onderzoek krijgen bij het grotere publiek. Dat gaat heel goed in een team. Het schrijven van subsidieaanvragen is bijvoorbeeld niet wat ik het liefste doe, en een collega van mij vindt dat juist leuk én is daar heel goed in: zo vullen we elkaar aan.


Jouw verhaal is een inspirerend voorbeeld en een mooi succesverhaal. Ging alles vlekkeloos?

In mijn eerste promotiejaar, bij het ontwikkelen van deze app door een bedrijf is iets ernstig misgegaan. Het bedrijf ging failliet en ik had helaas nog geen data concreet in handen. Het werk van een jaar, de app zelf en alle data van de hele pilot met 60 deelnemers, was niet opgeslagen. Ik kon helemaal opnieuw beginnen, het was verschrikkelijk. Dit had ik nooit voor mogelijk gehouden en ik heb hier natuurlijk veel van geleerd. Nu zou ik uiteraard vanaf het begin om  de data vragen, als ik deze zelf niet beheer.

Daarna hebben we de app opnieuw opgezet met software-ontwikkelaars van de VU (onder leiding van Cor Stoof, nu ook in Impact Board). Het was erg veel werk, maar het is gelukt.

Bekijk hier het filmpje Story of Maaike van Rest (op IXA.nl) over het ontwikkelen van de SIVT-app, een mooi voorbeeld van een diagnostische tool en kennisbenutting ten dienste van de maatschappij.


Wat is jouw advies aan jonge wetenschappers?

Vooral: houd vol! Voor een promotie heb je veel doorzettingsvermogen nodig. Het is nodig dat je continu de mogelijkheden blijft zien, en dat je blijft doorgaan bij tegenslag. Datzelfde geldt ook voor het ondernemerschap: je redt het alleen met veel doorzettingsvermogen.

Maaike van Rest persoonlijk

Sinds 2012 werk ik aan de VU in onderzoek om agressief en grensoverschrijdend gedrag van jeugd met en zonder verstandelijke beperking beter te begrijpen vanuit hun sociaal-cognitieve functies. Bij Viveon werk ik sinds 2020 als Adviseur Kennisontwikkeling. Binnen die functie houd ik me bezig met onderzoek, organisatie van projecten, maar ook onderwijs aan de VU. We organiseren Broedplaatsen, waarin we nieuwe praktijkgerichte onderzoeken opzetten samen met zorgprofessionals, wetenschappers, ervaringsdeskundigen, beleidsmakers en experts.

Ik heb een passie voor de onderwerpen sociale informatieverwerking, executieve functies, kernovertuigingen en agressief en grensoverschrijdend gedrag bij jeugd, met en zonder een licht verstandelijke beperking. Middels mijn projecten hoop ik de diagnostiek en behandeling voor deze jeugd te verbeteren, mede door zorgprofessionals meer handvatten en producten te geven waarmee zij dagelijks kunnen werken.

Maaike van Rest