Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Neuropsychologie van de veroudering

Wat maakt dat sommige mensen tot op hoge leeftijd scherp blijven, en andere mensen juist op jonge leeftijd dementie krijgen? Kunnen we de negatieve effecten van dementie beperken, bijvoorbeeld door lichamelijke activiteit? Kunnen we met muziek de stemming van mensen met dementie verbeteren? En hoe kunnen we gezonde veroudering het beste onderscheiden van beginnende dementie? Wat zijn de beschermende factoren van mensen bij wie tot op hoge leeftijd de geheugenfuncties intact blijven? Deze en andere vragen staan centraal in het onderzoeksprogramma neuropsychologie van de veroudering.

Hier wordt de interactie tussen het verouderende brein en gedrag onderzocht, met bijzondere aandacht voor dementie. Mede door de vergrijzing en de lange ziekteduur zorgt dementie voor hoge gezondheidszorg kosten, en is het momenteel één van de grootste maatschappelijke uitdagingen. Het onderzoek in dit programma vindt plaats in samenwerking met het Alzheimercentrum van het Amsterdam UMC, locatie VUmc. 

Sietske Sikkes leidt onderzoek gericht op (I) cognitieve reserve en weerstand tegen hersenveroudering. Dit onderzoek vindt plaats in samenwerking met het 100-plus onderzoek, en dit onderzoeksthema richt zich op de vraag hoe mensen 100 jaar en ouder worden en hun cognitieve gezondheid kunnen behouden. In het komende jaar zullen deze vragen zich richten op de rol van (Alzheimer-gerelateerde) hersenschade, slaap en sekseverschillen., (II) de vroege detectie van dementie met nieuwe meetmethoden voor cognitieve en functionele achteruitgang. Eén voorbeeld hiervan is de Amsterdam IADL vragenlijst, een vragenlijst om de cognitief complexe dagelijkse handelingen in kaart te brengen. De vragenlijst wordt wereldwijd gebruikt in klinische praktijk bij de diagnostiek van dementie en het monitoren van ziekteprogressie. (III) Niet-pharmacologische interventies. Dit onderzoeksthema richt zich op het voorkómen van cognitieve achteruitgang in ouderen. Hierbij richt het onderzoek zich op leefstijl als mogelijk modificerende risicofactor voor dementie. Als onderdeel van het ‘Maintaining Optimal Cognitive Functioning in Aging’ (MOCIA) consortium richt de onderzoeksgroep zich op het ontwikkelen van een cognitieve module.

Erik Scherder leidt onderzoek gericht op (I)  het bestuderen van de relatie tussen lichamelijke activiteit (e.g. lopen, kauwen) en gedrag (e.g. cognitie) bij mensen met een dementie; (II)  de relatie tussen pijn, lichamelijke activiteit, en gedrag bij mensen met een cognitieve kwetsbaarheid (mensen met een dementie of een intellectuele beperking). Specifieke onderzoeksvragen betreffen de causaliteit van de relatie tussen motorische activiteit en cognitie, tussen motorische activiteit en gedrag en tussen motorische activiteit en pijn. Een derde onderzoekslijn betreft onderzoek naar het effect van muziek op de werking van de hersenen bij ouderen zonder en met een hersenziekte zoals dementie (onderzoek gericht op stemming en dag-nachtritme).

Overige projecten van Erik Scherder richten zich op (i) hersenletsel bij (top) sport (e.g. voetbal) en wanneer men weer terug kan keren op het veld (‘return to play) en (ii) effecten van muziek op motoriek bij schoolprestaties bij kinderen met hersenletsel en (iii) effecten van muziek op emotieregulatie van gedetineerden.

Betrokken medewerkers

S.C.E. (Sanne) Balvert, PhD student
E. Butterbrod (Elke), Universitair Docent
Douma, Gerdine, PhD student  
S.A. (Sara) Galle, PhD student
Dr. M.V. (Maarten) Milders, Universitair Docent
A. (Angela) Prins, PhD student
Prof. dr. E.J.A. (Erik) Scherder, Hoogleraar
M.E. (Elise) van der Sluys, PhD student
E.T. (Evelien) Wolf, PhD student
J.A. (Jule) Zuiderbaan, PhD student
CJ (Channa) Osinga, Junior Onderzoeker
A (Angela) van der Putten-Toorenburg, PhD student