De Haan volgde op zijn 15e een opleiding tot onderwijzer bij de kweekschool in Haarlem. In deze omgeving raakte hij zijn joodse geloof kwijt en werd hij socialist. Hij begon stukjes te schrijven voor Het Volk, een socialistisch dagblad.
Romans
In 1904 publiceerde hij zijn eerste roman Pijpelijntjes. De uitgave leidde tot ophef vanwege de homoseksuele inhoud van het boek. De Haan verloor zijn baan als onderwijzer, werd ontslagen als schrijver van de kinderrubriek bij Het Volk en kreeg ruzie met wetenschapper en schrijver A. Aletrino, die zichzelf in Pijpelijntjes herkende. De Haans tweede roman Pathologieën (1908), met eveneens homoseksuele inhoud, leidde ertoe dat De Haan überhaupt niet meer aan de slag mocht als onderwijzer.
Activist, zionist én anti-zionist
De Haan voltooide zijn rechtenstudie in 1909 en promoveerde in 1916. In 1912 herontdekte hij zijn joodse geloof en sloot hij zich aan bij het Zionistisch Verbond. In 1912 en 1913 ging hij naar Rusland en schreef hij over de erbarmelijke toestand waarin (politieke) gevangenen verkeerden. Hij reisde in 1919 naar Palestina, waar hij reportages voor het Algemeen Handelsblad schreef.
In 1922 nam hij afstand van het zionisme, omdat hij de beweging nationalistisch vond en hun maatregelen onrechtvaardig. In 1924 werd De Haan vermoord door een lid van de zionistische bevrijdingsbeweging Hagana. De moord trok wereldwijd de aandacht.
De expo is te zien in de erfgoedvitrine van de UB op de 1e verdieping van het VU Hoofdgebouw en loopt van 1 juni tot 5 juli 2024. Deze tentoonstelling is samengesteld door masterstudenten Moderne Nederlandse Letterkunde (VU) onder begeleiding van prof. dr. Jacqueline Bel en UB-conservator Willemien van Dijk.