Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Prestaties meten met cijfers; is dat wel zo’n goed idee?

Kijkcijfers, bestsellerlijsten, KPI’s, stappen en Cito-scores: wat meten we eigenlijk niet? Universitair hoofddocent Berend van der Kolk onderzocht wat meten met ons doet, individueel en als maatschappij. “We leggen de meetlat alsmaar hoger, de druk om te presteren neemt toe, en ondertussen verliezen we de werkelijke doelen uit het oog”, concludeert Van der Kolk. De oplossing: een gezondere, bewustere houding ten opzichte van meten.

Het doel voorbij
Metingen worden vaak als wondermiddel gepresenteerd om een probleem op te lossen, zoals een gebrek aan kennis, grip of motivatie. Aan de kanttekeningen bij de effectiviteit en de negatieve gevolgen ervan wordt volgens Van der Kolk echter nog weinig aandacht besteed. Hij laat zien hoe metingen ervoor kunnen zorgen dat we de werkelijke doelen uit het oog verliezen. In zijn boek De meetmaatschappij stipt hij een aantal schrijnende voorbeelden aan. Een ziekenhuis in Oregon bijvoorbeeld, welke door patiënten beoordeeld wordt met één tot vijf sterren op kwaliteit. Meer sterren betekent een hogere bonus voor de directeur. Daarom neemt het ziekenhuis minder patiënten op die veel zorg nodig hebben. Zo houdt het ziekenhuis meer tijd over voor patiënten die wél zijn opgenomen om zo van hen een betere beoordeling te krijgen.

Een goed voorbeeld van een meting die zijn doel voorbijschiet. “Het oorspronkelijke doel was in dit geval het verbeteren van de zorg. Maar het kan bijvoorbeeld ook gaan, in andere contexten, om het verbeteren van onderwijs, of je eigen gezondheid. In sommige gevallen verliezen we dóór metingen de oorspronkelijke doelen uit het oog en wordt een bepaalde score het doel”, aldus Van der Kolk.

Vergelijken
Een getal suggereert volgens hem ook dat allerlei zaken ineens vergelijkbaar zijn. “Door restaurantscores is het opeens mogelijk om een Chinees restaurant te vergelijken met een vegetarisch restaurant. De complexe werkelijkheid kan door eendimensionale scores enorm worden versimpeld.” Ook je individuele prestaties vergelijken met anderen wordt door cijfers makkelijker. Van het aantal likes op een foto tot het aantal gelopen stappen per dag. Door de toegenomen mogelijkheden om te vergelijken ontstaat competitie. Zo wordt de vraag ‘Wie ben ik?’ langzaam verdrongen door ‘Waar sta ik ten opzichte van anderen?’.

Hoe dan wel?
Toch staat Van der Kolk niet louter negatief tegenover meten. Meten kan namelijk ook effectief en motiverend werken. De oplossing ligt volgens hem in het verkennen van een gezondere houding ten opzichte van meten. Van der Kolk benadrukt hoe belangrijk het is om altijd het doel voor ogen te houden, zodat meten niet een doel op zichzelf wordt. Hij adviseert bovendien om flexibeler met meten om te gaan en om te meten met mate. Prestatiegerichtheid op zichzelf is niet per se slecht. Maar een doorgeslagen gerichtheid op meetbare prestaties, met name in een context waarin het meten van prestaties om mensen aan te sturen minder gepast is, lijkt vragen om problemen.

Over dit onderzoek

Hoofdonderzoeker

Faculteit

Profielthema