Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam en Amsterdam UMC.
In de studie vergeleken bewegingswetenschappers de spierveranderingen bij mensen met long COVID en ME/CVS met die van gezonde mensen die 60 dagen bedrust hielden. Alle groepen hadden minder energie en konden minder goed inspanning leveren. Maar de oorzaak bleek verschillend.
“Patiënten horen vaak dat ze gewoon uit conditie zijn,” zegt VU-bewegingswetenschapper en hoofdonderzoeker Rob Wüst. “Onze resultaten laten zien dat dit niet klopt. De veranderingen in de spieren van deze patiënten zijn anders dan wat we zien bij gezonde mensen die lang inactief zijn geweest.”
Belangrijkste bevindingen
- Geen spierafbraak bij patiënten, terwijl gezonde mensen na bedrust wél duidelijke spierafname (spieratrofie) hadden.
- Verandering in spiervezels: patiënten hadden minder ‘langzame’ vezels die nodig zijn voor uithoudingsvermogen, en juist meer ‘snelle’ vezels die snel vermoeid raken.
- Problemen met energieproductie in de spieren door slecht functionerende mitochondriën – de energiefabriekjes van onze cellen.
- Minder haarvaatjes in de spieren van ME/CVS-patiënten, wat kan verklaren waarom ze zich slechter voelen na inspanning (post-exertionele malaise).
Wat betekent dit?
Deze bevindingen laten zien dat het onterecht is om aan te nemen dat mensen met long COVID of ME/CVS vooral klachten hebben doordat ze minder actief zijn. Hun spieren werken anders, en daar moet bij behandeling en revalidatie rekening mee worden gehouden.
De onderzoekers roepen dan ook op tot nieuwe, aangepaste revalidatieprogramma’s die beter aansluiten bij wat er biologisch écht aan de hand is bij deze patiënten.
Het onderzoek werd mogelijk gemaakt door onder andere ZonMw, Solve ME, ME Research UK en de Patient-Led Research Collaborative.