In de afgelopen jaren is het geloof in complottheorieën meer zichtbaar geworden. Door sociale media kunnen complottheorieën gemakkelijker dan vroeger een groot publiek bereiken. Psycholoog Jan-Willem van Prooijen onderzoekt al langere tijd waarom mensen in complottheorieën geloven. In een nieuwe wetenschappelijke bijdrage richt hij zich op de vraag wat dit complotdenken betekent voor duurzaamheid – en dat blijkt zorgwekkend.
Duurzaamheid is het vermogen van samenlevingen om in de behoeften van nu te voorzien, zonder de toekomst van volgende generaties in gevaar te brengen. Volgens Van Prooijen ondermijnt complotdenken dat streven op meerdere manieren. Het draagt bij aan wantrouwen richting wetenschappelijke kennis, beleidsmaatregelen en instituties, en biedt tegelijk een excuus om onduurzaam gedrag te rechtvaardigen.
“Als mensen zich bedreigd voelen in hun manier van leven of economische positie, kunnen complottheorieën een reden bieden om duurzame oplossingen af te wijzen,” aldus Van Prooijen.
Negatieve invloed op drie pijlers van duurzaamheid
In zijn bijdrage bespreekt Van Prooijen de effecten van complotdenken op de drie pijlers van duurzaamheid: sociaal, ecologisch en economisch.
Sociale duurzaamheid draait om gezondheid, veiligheid, sociale samenhang en mensenrechten. Complotdenken blijkt in verband te staan met ongezonde keuzes, minder welzijn, toenemende polarisatie en verzwakte sociale cohesie.
Ecologische duurzaamheid richt zich op het tegengaan van klimaatverandering en het beschermen van ecosystemen. Mensen die in complotten geloven, zijn vaak sceptisch over wetenschappelijke inzichten rond klimaatverandering. Ze steunen minder vaak maatregelen zoals CO₂-reductie, hernieuwbare energie of natuurbescherming.
Economische duurzaamheid vraagt om langetermijngericht denken, samenwerking en innovatie. Complotdenken gaat echter vaak samen met een laag vertrouwen in anderen, afname van samenwerking en weerstand tegen duurzame technologische vernieuwing. Ook kan het internationale samenwerking – essentieel voor eerlijke handel en mondiale klimaatdoelen – ondermijnen.
Hoewel de meeste onderzoeken tot nu toe zijn gedaan in westerse democratische landen, benadrukt Van Prooijen dat wereldwijd meer onderzoek nodig is. De opkomst van complotdenken is immers geen westers fenomeen. Toch is de conclusie van Van Prooijen helder: complotdenken vormt een reële bedreiging voor duurzame samenlevingen. Wie succesvol beleid wil voeren op het gebied van duurzaamheid, doet er goed aan om de psychologische wortels van complotdenken te begrijpen en te adresseren.