Aan het woord is Henk de Regt (1961), sinds december 2014 bijzonder hoogleraar wetenschapsfilosofie aan de VU. Zijn expertisegebied is de filosofie van de natuurwetenschappen. Zijn bijzondere belangstelling gaat uit naar vraagstukken over de aard van wetenschappelijke verklaring en begrip.
“Wetenschapsfilosofie is een vak waarvan iedere wetenschappelijk onderzoeker – in welk vakgebied hij of zij zich ook bevindt – enige basiskennis moet hebben. Vandaar ook dat alle VU-studenten van alle richtingen tenminste één college wijsgerige vorming moeten volgen, waarin de wetenschapsfilosofie vaak een prominente plaats inneemt. Dat er een hoogleraar wetenschapsfilosofie op de VU moet zijn is daarom eigenlijk vanzelfsprekend, en het is mooi dat het VU-fonds deze leerstoel mogelijk maakt.
Tegenpolen
Grappig is dat mensen soms verrast reageren als ik vertel dat ik oorspronkelijk als natuurkundige ben opgeleid en later de filosofie ben ingegaan. Ze zien filosofie en natuurkunde als tegenpolen: alfa versus bèta, en zweverig versus exact. Ik probeer ze er dan van te overtuigen dat filosofie wel degelijk een rationele en exacte bezigheid kan zijn, en dat filosofie en (natuur)wetenschap goed samen kunnen gaan. De controverse tussen Millikan en Ehrenhaft roept bijvoorbeeld filosofische vragen op.
Ik ben al jaren bezig met onderzoek naar de vraag hoe wetenschap begrip van de wereld om ons heen (en van onszelf) levert. Met wetenschap kun je niet alleen goede beschrijvingen geven en voorspellingen doen, maar kunnen we ook verklaren hoe de wereld in elkaar zit – en zulke verklaringen geven ons begrip. Maar wat is zulk begrip precies, wanneer begrijpen we iets wetenschappelijk? Dat is de hoofdvraag van mijn onderzoek tot nu toe.
Over dit onderzoek heb ik onlangs een boek afgerond dat volgend jaar zal verschijnen bij Oxford University Press, onder de titel Understanding Scientific Understanding.
Wetenschapscommunicatie
In vervolgonderzoek wil ik me meer gaan richten op de vraag hoe wetenschappelijk begrip gecommuniceerd kan worden naar een groter publiek, en hoe de interactie tussen wetenschap en publiek verloopt en verbeterd zou kunnen worden. Zulk “publiek begrip van wetenschap” is belangrijk in de huidige tijd, waarin de waarde van wetenschap niet meer vanzelfsprekend is en soms ter discussie staat.
Er wordt vaak gezegd dat wetenschap uit de ivoren toren moet komen en dat de samenleving meer invloed zou moeten hebben op de richting van wetenschappelijk onderzoek. Denk bijvoorbeeld aan de Nationale Wetenschapsagenda. Ik vind dit in principe een goede zaak, maar dit vereist wel dat de communicatie en interactie tussen wetenschappers en publiek verbeterd moet worden. Er gebeurt van alles op het gebied wetenschapscommunicatie, maar een filosofisch perspectief ontbreekt momenteel en kan een zinvolle aanvulling zijn.
Ik ben nu bezig onderzoekssubsidies aan te vragen, bijvoorbeeld bij NWO, om promovendi en postdocs aan te kunnen stellen die met deze vragen aan de slag gaan. Hopelijk kan ik daarmee het onderzoek naar verheldering van de voorwaarden voor goede en zinvolle interactie en communicatie uitvoeren en uitbreiden.”