| door Rianne Lindhout |
Elke dag een pilletje
De stadsboerderij in Lelystad, net buiten de bebouwde kom en vlak bij de A6, is een toepasselijke plek voor een avond als deze. ‘Boerkok’ Gerhard Flantua ontwikkelt de boerderij met “Pure Polder Passie” tot een plek waar stadsjeugd bekend raakt met de herkomst van voedsel. Mensen met afstand tot de arbeidsmarkt worden de drijvende kracht.
Ook Haje de Jager stelt zichzelf voor: hij is al dertig jaar horecaondernemer , heeftonder andere het restaurant Hajé langs de A6 bij Leleystad, en is betrokken bij de organisatie omdat hij zes jaar geleden opeens het licht zag en geïnteresseerd raakte in gezonde voeding. “Ik had veel bestuurlijke activiteiten en dat ging gepaard met heel veel etentjes. Al die mensen die ik daar tegenkwam, kregen rond hun vijfenveertigste jaar allerlei kwaaltjes en overgewicht. Te veel mensen moeten rond hun vijftigste jaar al elke dag een pilletje slikken. Daar moeten we wat aan doen, dacht ik. Ik begon bij mezelf, en daarna ook in ons restaurant. Wij willen al onze gasten een stukje gezonder naar buiten laten gaan dan ze naar binnen kwamen.”
Sprinkhaan op een bedje van zuurkool
Dan dienen leerlingen van de Scholen Gemeenschap Lelystad met hun gymleraar die ijvert voor het label Gezonde school, het voorgerecht op: een mooie rol van courgetteplakken met meelwormen ertussen, twee uit de kluiten gewassen sprinkhanen op een bedje van zuurkool en wat krulsla met meelwormen die er net uit lijken te kruipen.
Ik heb gehoord over de voordelen het eten van insecten – hoogwaardige voedingsstoffen en weinig vet, efficiënt te kweken en daardoor milieuvriendelijker dan ander vlees – dus ik wil me niet laten kennen. Mijn tafelgenoten moeten net als ik iets overwinnen om eraan te beginnen, vooral aan die sprinkhanen. De wormen zijn knapperig en verder niets, geen probleem. Ik houd het bij één sprinkhaan, of het nu de smaak is of dat het tussen mijn oren zit, ik weet het niet. De andere schuif ik onopvallend onder een blaadje.
Luilekkerland met aardbeien en pizza
Na het beluisteren en opeten van al die prachtige initiatieven om de wereld beter te maken, is het verhaal van Jaap Seidell en beetje een domper. Het komt erop neer dat zijn studiegenoten, voedingswetenschappers uit Wageningen, ons voedsel de laatste decennia zó zijn gaan bewerken dat ze steeds lekkerder en gemakkelijker werden. Het gaat niet alleen om de chips, cola en kant-en-klaar-pizza, ook de aardbeien en de spruitjes zijn zoeter en groter geworden. “We hebben een luilekkerland weten te creëren, maar helaas mogen we er nu niet meer van eten. En we moeten er heel veel bij sporten. In Amsterdam zijn 30.000 kinderen met obesitas; de helft van alle Nederlanders is te dik.” In rap tempo strooit hij met eye-openers:
In de jaren vijftig gaven we 40% van ons geld uit aan eten en besteedden 2,5 uur aan het bereiden ervan. Nu is dat nog 10% en 12 minuten.
Over 20 jaar woont 70 % van de wereldbevolking in een (miljoenen)stad, in een groot deel van de wereld woont het merendeel van die mensen in sloppenwijken. Schoon drinkwater en landbouwgrond worden een probleem. Een volgende wereldoorlog zal dáár om gaan
In een arme stad als New Delhi hebben mensen geen riolering of keuken. Vers vlees, verse vis en groente bederven. Een goedkope en veilige oplossing is alles frituren. Water is er duurder dan suikerhoudende drankjes.