Wat was de aanleiding voor het ontwikkelen van de AI-toepassingsregels binnen SBE. Was er een specifiek moment waarop jullie dachten, ‘OK, nú moet het gebeuren’?
Er was niet zozeer een specifiek moment. Het gebeurde eigenlijk heel geleidelijk, parallel aan de opkomst van een overvloed aan AI-hulpmiddelen die steeds vaker door studenten werden gebruikt. Het werd steeds duidelijker dat er een verschuiving gaande was. Tijdens een vak dat in 2023 in periode 4 werd gegeven, werd duidelijk uit de analyse van rapporten dat het gebruik van AI exponentieel toenam. Dit werd aangetoond door teksten en referenties die leken te zijn gegenereerd door AI, maar die standaard plagiaatdetectiesoftware niet oppikte. Docenten kwamen erachter door het lezen. Ook hebben we in maart 2023 een survey uitgevoerd onder docenten. Het bleek dat veel docenten helemaal niet al te bewust waren van de ontwikkelingen rond AI. Slechts weinigen hadden er daadwerkelijk mee geëxperimenteerd, zo bleek. De combinatie van deze factoren zorgde ervoor dat we, als programmadirecteuren, het als urgent beschouwden om het gebruik van AI te reguleren en te begeleiden.
Wat zijn de kernprincipes van de AI-toepassingsregels en hoe worden ze concreet toegepast binnen SBE?
Het kernprincipe is dat onze maatregelen studenten en docenten stimuleren en ‘dwingen tot een handeling’. Het ging hierbij niet om straffen of sanctioneren of een juridische route, maar om bewustwording van de mogelijkheden en kansen, alsmede de gevaren. Die bewustwording is onze prioriteit, door hen actief te betrekken en te doen aanzetten tot die actie, bereiken we een dieper begrip dan wanneer we louter een e-mail zouden sturen.
Wat houden deze handelingen dan precies in?
Voor docenten is het bijvoorbeeld verplicht gesteld een sectie in de handleiding op te nemen. Binnen deze sectie moeten ze keuzes maken uit een vooraf bepaald ‘AI-menu’. Bij opdrachten moeten ze dan zelf kiezen uit de volgende opties in dit menu: (1) geen, (2) licht, (3) medium, (4) zwaar.
Als docenten optie 1 selecteren, betekent dit dat AI niet is toegestaan, waarbij ook een beschermde omgeving voor toetsing vereist is. Bij optie 2 wordt AI gebruikt ter ondersteuning, waarbij studenten het kunnen gebruiken voor taken zoals bewerking en informatie zoeken. Optie 3 stimuleert actief het gebruik van AI-hulpmiddelen, terwijl optie 4 aangeeft dat het gebruik van AI een integraal onderdeel vormt van de opdracht. Bij opties 3 en 4 moeten AI-prompts en output worden opgenomen in het eindrapport.
Het verplicht stellen van dit AI-menu is performatief, en vereist dus die handeling, omdat het docenten dwingt om na te denken hoe om te gaan met AI. Zelfs als ze zich er niet in willen verdiepen en gewoon optie (1) aangeven, zullen ze moeten nadenken hoe ze het gebruik én misbruik van AI-middelen moeten voorkomen. Daarnaast hebben we iedere docent gevraagd hun vak te evalueren qua leerproces en assessment, in het licht van AI. Zo hebben we met de docenten de inrichting van hun vak besproken.
Wat met studenten?
Wat betreft de studenten, vragen we ze een Eigen Werk Verklaring (EWV) te tekenen en in te leveren. In deze verklaring geven ze aan dat het eindproduct hun eigen werk is. Ook geven ze aan de opdracht te hebben gemaakt conform de richtlijnen in het menu. Indien iemand geen EWV tekent en inlevert, krijgt de student geen cijfer voor het vak. Ook hier geldt dus weer als kernprincipe: de student wordt gedwongen tot het ‘verrichten van een handeling’.