Dit is een relatief zelfstandig onderdeel van de per 1 april gecreëerde Faculteit der Sociale en Geesteswetenschappen. Het is een nieuwe en niet eerder bestaande functie in een. Hij is vooral bezig met 1) het stroomlijnen van de bestuurs- en communicatieprocessen binnen de School en binnen de nieuwe faculteit, 2) kennismaking met alle nieuwe collega’s, 'erg boeiend'.
Carrière
René van Woudenberg is hoogleraar filosofie en werkzaam in de epistemologie en metafysica. Hij heeft Filosofie en Nederlands gestudeerd, is gepromoveerd op een studie over transcendentale argumenten in de contemporaine filosofie. Hij heeft daarna in Utrecht gewerkt en kreeg een 5-jarige Akademie-beurs van de KNAW. Die beurs stelde hem in staat een jaar aan de Universiteit van Notre Dame te werken met Alvin Plantinga, Phil Quinn, Tim O’Connor, Peter van Inwagen en Dean Zimmerman.
Loopbaan bij de VU
In 2001 werd hij benoemd tot hoogleraar filosofie aan de VU en in 2007 tot decaan van de kleine Faculteit der Wijsbegeerte. Na afsluiting van het decanaat was hij PI in een aantal grote onderzoeksprojecten. Hij heeft meer dan 20 kandidaten naar hun promotie mogen begeleiden, altijd in samenwerking met anderen.
Van 2024 tot april 2025 was hij decaan van de Faculteit der Geesteswetenschappen en was hij nauw betrokken bij de fusie met de Faculteit voor Religie en Theologie en de Faculteit der Sociale wetenschappen.
Publicaties
Onderwerpen waarover hij heeft gepubliceerd zijn: scepticisme, bronnen van kennis, lezen en interpreteren, persoonsidentiteit, toeval en ontwerp, sciëntisme, common sense, de taak van de universiteit, de aard van de humanities, de verhouding van wetenschap tot religieus geloof, de filosofie van Thomas Reid, de filosofie van Herman Dooyeweerd.
In juni 2025 verschijnt bij Oxford University Press het boek A Philosophy of the Humanities, dat hij heeft geschreven, samen met Stephen Grimm en Rik Peels.
Wat hoop je bij te dragen aan de nieuwe faculteit?
‘In de nieuwe faculteit hoop ik bij te dragen aan 1) de zichtbaarheid van en belangstelling voor de School voor Religie en Theologie; 2) begrip voor de aard en betekenis van de geesteswetenschappen en van wat dat betekent voor interdisciplinaire samenwerking; 3) de profilering van de Vrije Universiteit als een bijzondere instelling die een productieve relatie heeft met haar oorsprong en geschiedenis.’