Thérèse Onderdenwijngaard, opleidingscoördinator Organisatiewetenschappen, herkent dit beeld maar al te goed. Vandaag vertelt ze hoe de coronapandemie en online onderwijs niet alleen de dynamiek tussen studenten en docenten veranderde, maar ook leidde tot een succesvol peermentoringprogramma binnen de Faculteit der Sociale Wetenschappen (FSW).
“We wisten niet eens wie onze eerstejaars waren”
Thérèse kon zich nauwelijks voorstellen hoe zwaar de coronageneratie het heeft gehad en hoe de impact nog steeds merkbaar is: deze studenten moesten zich staande houden in een razendsnel veranderende wereld, zonder de gebruikelijke steun en begeleiding van de universiteit. “We wisten niet eens wie onze eerstejaars waren”, vertelt ze. Tot op de dag van vandaag voelt online onderwijs voor veel docenten nog steeds afstandelijk, en studenten ervaren dat vaak hetzelfde.
Het resultaat? Gebrek aan motivatie en studievoortgang onder studenten. Want zonder persoonlijke interactie blijven vragen liggen, groeit de onzekerheid en ontbreekt het gevoel om echt onderdeel te zijn van de universiteit. “Voor eerstejaars maakte het gebrek aan contact op locatie de overgang naar de universiteit nog moeilijker. Niemand wist echt hoe we deze situatie moesten aanpakken. Een ding was wel duidelijk: docenten en studenten moesten samen de schouders eronder zetten.”
Studenten leren het meest van elkaar
En zo ontstond het peermentoringprogramma binnen de FSW. Mentoring, waarbij ouderejaars studenten nieuwe studenten begeleiden en ondersteunen, bleek een effectieve manier om de kloof te overbruggen en weer echte verbinding te creëren. Inmiddels is het programma een vast onderdeel van alle vijf de afdelingen van de faculteit. “Het was duidelijk dat niet alleen wij als docenten, maar ook onze studenten een grote rol moesten krijgen in het begeleiden van hun medestudenten. Zij werden ervaringsdeskundigen.”
Een van die mentoren is Daniël Wendt, derdejaarsstudent Politicologie. “Eerstejaars vinden het vaak prettig om iemand uit een hoger jaar te kennen, die weet hoe de vakken in elkaar zitten en hoe je je draai kunt vinden”, vertelt Daniël. “Als niemand je bijvoorbeeld wijst op het bestaan van een studievereniging, loop je zomaar het risico om die ervaring te missen.”
Het mentoringprogramma biedt meer dan alleen praktische ondersteuning. Het geeft ook een sociaal vangnet en zorgt ervoor dat studenten elkaar leren kennen. “Tijdens een-op-een gesprekken merk je echt dat er een band ontstaat, en dat maakt het juist zo waardevol”, vertelt Daniël. “Daardoor durven studenten ook diepere vragen te stellen en persoonlijke kwesties te delen.”