Was leidinggeven altijd al je ambitie?
‘Toen ik studeerde dacht ik nooit: ik wil graag voorzitter van het College van Bestuur bij de VU of Chief Technology Officer bij FrieslandCampina worden. Wat ik vooral leuk vond was om telkens iets nieuws te leren. Om dingen te doen waarvan ik eigenlijk niet zeker wist of ik ze kon, maar wat me ontzettend gaaf leek en waar je impact mee kan maken.’
‘Ik denk dat dat vaak ging om complexe vraagstukken samenbrengen, overzicht scheppen en een visie neerzetten. Dan kom je op een gegeven moment in leidinggevende functies terecht. Ik vind het heel interessant om te zorgen dat mensen en teams zich het beste kunnen ontwikkelen. Om niet alleen een strategie te ontwikkelen, maar ook te kijken hoe mensen het beste tot hun recht komen en hoe je ze daarbij kunt helpen.’
‘Daarnaast heb ik een achtergrond als wetenschapper; ik ben gepromoveerd in levensmiddelentechnologie en heb jarenlang in R&D gewerkt. Ik vind het belangrijk om een link met de inhoud te houden. Op de VU kom je dan allerlei onderwerpen tegen waarvan je denkt: wow, daar zou ik wel meer van willen weten.’
Wat typeert de VU? En wat wil je de komende jaren verder ontwikkelen?
‘Het is een hele bijzondere organisatie door de manier waarop hier interdisciplinair gewerkt wordt. De VU-gemeenschap wil echt een verschil maken in de wereld. Dat vind ik super aansprekend. Het mooie is ook dat je dat echt doet vanuit je waarden, vanuit wie je bent. Ik denk dat we in de toekomst nog meer impact kunnen maken en die interdisciplinariteit nog verder kunnen laten groeien.’
‘Maar we moeten als organisatie ook goed blijven kijken waar de kracht zit van mensen en hoe we teams samen kunnen brengen. Je kunt nog zo’n mooi nieuw onderzoeksgebouw hebben of campuspark voor de deur krijgen, maar uiteindelijk doen we het hier met zijn allen als collega’s. Dus we willen niet alleen studenten opleiden en ontwikkelen, maar alle groepen binnen de universiteit.’
Wat vind je van gender(on)gelijkheid en -diversiteit binnen de VU?
‘Ik zie ontzettend veel inspirerende voorbeelden van sterke vrouwen binnen de organisatie. Van hoogleraren tot promovendi, docenten en studenten. Maar ik geef ook toe dat het beter kan. Het percentage vrouwelijke hoogleraren binnen de VU is dertig procent, en dat is echt niet waar we willen zijn.’
‘Wat ik graag zou willen is een organisatie die representatief is vanuit onze doelgroep en de maatschappij. Dat betekent dat je op een groot aantal posities meer vrouwen zou verwachten, maar ook mensen met een andere culturele achtergrond. Ik realiseer me dat daar van alles bij komen kijken, maar ik zou graag een bijdrage leveren aan het versnellen van die ontwikkeling en het wegnemen van barrières die dat in de weg staan.’
Wat doe je graag als je niet aan het werk bent?
‘Ik haal veel energie uit mijn werk, maar heb ook tijd nodig om mijn hoofd leeg te maken. Wat ik dan heerlijk vind is in de tuin werken, lekker met mijn handen in de grond. Of hardlopen in de natuur. Daarom woon ik niet in Amsterdam, maar met mijn gezin in de Betuwe. En verder hou ik ook erg van kunst en musea bezoeken. Ook houd ik van reizen, naar de film gaan en van een heerlijk diner met familie of vrienden.’
Als er één ding is dat jij tegen je 18-jarige zelf zou kunnen zeggen, wat zou dit dan zijn?
‘Geniet van de reis en van je successen. Ik ben geneigd om iets snel af te sluiten en door te gaan, maar soms moet je ook stilstaan bij wat je bereikt hebt, en mag je ook tijdens de weg daarnaartoe genieten.’