Hoe is jouw interesse voor gezondheidszorg ontstaan?
"Op de kleuterschool wist ik het zeker: ik zou dokter worden. Toen ik voor een opleiding moest kiezen, zag ik de duur van de studie geneeskunde toch niet helemaal zitten. Ik wilde vooral iets betekenen in de gezondheidszorg en dacht: dan ga ik helpen bij het ontwikkelen en op de markt brengen van nieuwe medicijnen. Ik vind het medisch gebruik van scheikunde fascinerend. Dat je een pilletje kan nemen en dat dat van alles met een lichaam kan doen."
"Tijdens een stage werkte ik in een lab aan een onderzoek naar HIV. Zes maanden lang ging ik tijdens de winter even voor negen - als het nog niet licht was - de kelder in en om vijf uur kwam ik er in het donker weer uit vandaan. Dat was niet wat ik me had voorgesteld. Ik vond het laboratoriumonderzoek eenzaam. Ik wist zeker: dit is niet wat ik wil. Daarom koos ik als Minor voor Beleid, Management & Ondernemerschap om mij te oriënteren op wat er buiten het lab allemaal mogelijk is."
Je kwam daarna terecht bij het farmaceutische bedrijf Boehringer Ingelheim. Wat doe je daar precies?
"Ik ben nog steeds betrokken bij medicijnonderzoek maar pas in een later stadium. Boehringer brengt allerlei verschillende medicijnen op de markt. De afdeling waar ik leidinggeef, houdt zich bezig met de kwaliteit van de onderzoeken en de informatie over de medicijnen als ze eenmaal op de markt zijn. Denk aan wetgeving, registratieprocedures en bijwerkingen die verzameld moeten worden. Ik krijg nu veel meer mee dan tijdens mijn labtijd wat een medicijn echt voor iemand betekent. Als ik dan hoor dat iemand door het medicijn weer kan sporten en zelfs vaker naar de sportschool kan dan voorheen, dan voel ik dat ik op de goede weg zit."
Wat vind je van de kritiek op de farmaceutische industrie dat het toch vooral zou gaan om geld verdienen?
"Ik vind dat moeilijk want het druist in tegen mijn passie dat ik het beste voor heb met de gezondheidszorg. Ja, er wordt geld verdiend maar mensen weten vaak niet dat dit weer wordt geïnvesteerd in meer dan 10 jaar onderzoek voor elk nieuw medicijn. En hoeveel onderzoek en monitoring er nog plaatsvindt als het medicijn al op de markt is."
"Kijk, mijn motivatie is puur, maar ik kan niet instaan voor de hele farmaceutische industrie. Wat ik wel weet is dat Boehringer een familiebedrijf is, zonder aandelen. Dat merk je in de bedrijfscultuur. We zijn geen filantropische instelling, maar er is wel degelijk sprake van een langetermijnvisie waarbij niet alleen op de winst wordt gelet. Zo zijn er nauwe samenwerkingsverbanden met gezondheidsorganisaties om bijvoorbeeld de zorg rondom COPD (redactie: longziekte) te verbeteren en wordt er internationaal ook veel ontwikkelingshulp geboden onder de noemer 'Making More Health'."
Foto: David Meulenbeld