Na mijn studie Nederlands heb ik een aantal jaar in het communicatievak gewerkt. Op een gegeven moment was ik op zoek naar iets meer diepgang, iets sociaals. Via een vriendin kon ik een paar dagen meelopen op een vmbo-school. Ik vond de echtheid, directheid en vrolijkheid van de kinderen gelijk leuk. Daar wilde ik meer mee doen. Op diezelfde school kon ik aan de slag als tweedegraads docent Nederlands. Om mijn eerstegraadsbevoegdheid te behalen, schreef ik me in voor het zij-instroomtraject van de lerarenopleiding aan de VU.
Hart verloren aan het vmbo
Naast mijn vaste baan, loop ik nu ook stage in de bovenbouw van het vwo. Dat is heel anders, ik kan vakinhoudelijk iets meer de diepte in. Toch heb ik mijn hart verloren aan het vmbo. Daar wil ik na het afronden van de opleiding eerst een aantal jaar blijven werken. Ik zie het ook wel voor me dat ik op termijn naast het lesgeven andere dingen binnen de school ga doen. Iets creatiefs, of juist als vertrouwenspersoon binnen het zorgteam. En ik word graag mentor. Het menselijke aspect van mijn baan vind ik heel prettig.
Oog voor iedere leerling
Ik vind het belangrijk om oog te hebben voor hoe iemand de klas binnenkomt. Natuurlijk kun je niet ieder lesuur dertig leerlingen individuele aandacht geven, maar ik probeer wel echt contact te maken. Ze het gevoel te geven dat er altijd iemand is die ze ziet. Eigenlijk moet ik erop letten dat ik niet té betrokken raak bij een leerling. Ik kan een luisterend oor bieden, maar niet ieder probleem oplossen. Dit soort uitdagingen bespreek ik met mijn mentor van de VU of tijdens peergroup. Dat helpt om dingen te relativeren.
Een voorleesmoment
Zeker bij een vak als Nederlands is het van belang om betekenisvol les te geven. De leesvaardigheid is niet voor niks zo achteruitgegaan. Op alle niveaus wordt er zo weinig gelezen. Daarom bouw ik in al mijn lessen een voorleesmoment in. Leerlingen roepen dan eerst dat ze het saai vinden, maar puntje bij paaltje vinden ze het een heel fijn moment. Vanuit die rust kunnen we dan de les goed beginnen.
Jezelf blijven ontwikkelen
Iets waar ik nog beter in wil worden, is differentiëren. Dat is lastig met een groep van dertig leerlingen, maar ook zeker op het vmbo waar veel behoefte is aan structuur. Sowieso wil ik me als docent Nederlands continu blijven ontwikkelen. De lesbezoeken en bijbehorende feedback helpen daarbij, maar ik vind ook dat je als leraar zelf moet blijven reflecteren. Je moet niet de dingen op een bepaalde manier doen omdat het altijd zo ging. Een goede docent blijft zichzelf verbeteren.
Nog iedere dag blij met de stap
Ik ben heel blij met de keuze voor het onderwijs. Het voelt echt als thuiskomen. Sinds ik voor de klas sta, ben ik geen dag met tegenzin naar mijn werk gegaan. Ook de studie bevalt me ontzettend goed. Vooral vakdidactiek vind ik erg nuttig. Veel van wat dan wordt besproken kan ik direct toepassen in de praktijk. En ik zit tussen mensen die graag leren. Na een collegedag op de VU kom ik standaard vrolijk en geïnspireerd thuis.