’Voordat ik het depot inging, wist ik eigenlijk al wat ik wilde laten zien in de Erfgoedexpositie. Iets van Bilderdijk, en dan het liefst zijn dodenmasker’, vertelt Wouter de Vries, PhD-student Wetenschapsgeschiedenis.
Waarom het dodenmasker en geen schilderij of boek?
’Historici werken meestal met geschreven bronnen en beelden. We kunnen heel zelden direct bij de geschiedenis komen, hebben zelden een echte historische sensatie. Er is een kloof te overbruggen tussen heden en verleden. Een dodenmasker doet dat op een hele mooie manier, zeker als er nog sporen van zijn wenkbrauwen.
Vanwege de kwetsbaarheid van het dodenmasker is een afbeelding ervan met gastconservator helaas niet mogelijk. Op de foto is de gastconservator daarom met een portret van Willem Bilderdijk afgebeeld
Wie was Bilderdijk?
’Willem Bilderdijk (1756 – 1831) was historicus, taalkundige, dichter en advocaat, en hij kon ook vrij aardig tekenen en etsen. Al jong werd hij geplaagd door melancholie en doodsverlangen. Hij ontving in 1776 prijzen voor zijn gedichten, maar vestigde zich in 1882 als advocaat in Den Haag. Na de Franse bezetting - waarin hij eerst het land moest ontvluchten, maar later terugkwam als privédocent van Lodewijk Napoleon - doceerde hij vanaf 1817 vaderlandse geschiedenis in Leiden. Hierdoor oefende hij grote politieke en religieuze invloed uit. Hij verzamelde een groep jonge mannen om zich heen die later belangrijk zijn geweest in het zogenoemde Réveil, een internationale opleving in de christelijke wereld aan het begin van de 19e eeuw. Dit is de traditie waar ook Abraham Kuyper zichzelf en de VU in plaatste.’
Wat is je fascinatie met Bilderdijk?
‘Hij is een heel veelzijdig en interessant historisch figuur, die een grote bijdrage leverde aan de ontwikkeling van de Nederlandse geschiedenis. En dan vooral aan het idee van een christelijke, protestantse geschiedenis. Naast schrijven schilderde hij ook, wat we in het depot net ook zagen: er hangt een schilderijtje van zijn hand. Bilderdijk is eigenlijk helemaal vergeten. Dit komt misschien doordat we de vroege 19e eeuw niet zo spannend vinden als de Gouden Eeuw - maar eerder burgerlijk en saai. Nu denken we dat de 17e eeuw ten grondslag ligt aan de ideeën en waarden van Nederland, maar de 18e en 19e eeuw waren net zo belangrijk.’
Een goede poëtische burger
‘Willem Bilderdijk was burgerlijk, maar in de goede zin van het woord, niet kleinburgerlijk. Hij was een Hollandse, welgestelde burger, een alleskunner. Hij sluit ook aan bij mijn onderzoek naar denken over de zondvloed, het paradijs en de ondergang van de eerste wereld. In de 17e eeuw werd hier heel technisch naar gekeken, wetenschappelijk: hoe zou dat werken met het water? Het bijbelse element wordt dan een beetje losgelaten, men kijkt meer naar de natuur, die beschouwd wordt als het andere boek dat God geschapen heeft. Bilderdijks gedicht ‘De ondergang der eerste Wareld’ behandelt dezelfde thema’s, maar is juist weer heel poëtisch.’