Jaap Goudsmit is een van de meest productieve en meest geciteerde Nederlandse wetenschappers op het gebied van Human Health & Life Sciences-onderzoek en kreeg hiervoor brede internationale erkenning. In 1993 werd hij in het tijdschrift Science genoemd als een van de belangrijkste HIV-onderzoekers van dat moment. Vanaf 2001 werd Goudsmit opgenomen in de lijst van meest geciteerde wetenschappers van het Institute of Scientific Information.
Goudsmit staat bekend als een ondernemende wetenschapper, die een leidende rol vervult in de samenwerking tussen academie en industrie. Tussen 2002 en 2011 combineerde Goudsmit de functie van wetenschappelijk directeur van het beursgenoteerde bedrijf Crucell met het leiden van onderzoek als hoogleraar armoede gerelateerde infectieziekten bij het Academisch Medisch Centrum (AMC), Universiteit van Amsterdam. Thans geeft hij wereldwijd leiding aan het Janssen Prevention Center, onderdeel van Janssen Pharmaceutical Companies van Johnson & Johnson. Zijn onderzoek richt zich de laatste jaren vooral op de ziekte van Alzheimer, die hij voor het eerst bestudeerde als jonge onderzoeker bij het National Institute of Health in de Verenigde Staten. Sinds 2014 is Goudsmit speciaal adviseur van Trevor Mundel, President of Global Health van de Bill & Melinda Gates Foundation.
Voor de Amsterdam Economic Board gaf Goudsmit van 2012 tot 2015 leiding aan de portfolio over gezondheid. Op basis van zijn adviezen profileerde de stad zich op het voorkomen van gezondheidsproblemen zoals overgewicht en suikerziekte en werd het het Sarphati Instituut opgericht. In 2016 werd hij voorzitter van de Wetenschappelijke en Strategische Adviesraad van het Joep Lange Instituut in Amsterdam.
Tijdens de uitreiking van het eredoctoraat aan Jaap Goudsmit, op 12 oktober a.s., verscheen ook een boekje van zijn hand, getiteld: ‘De Tijd van je Leven, op weg naar het einde nooit meer ziek’.
Goudsmit ging naar de middelbare school op het Vossius Gymnasium in Amsterdam en studeerde in 1978 cum laude af in de geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn studie was hij in de VS verbonden aan het instituut van D. Carleton Gajdusek, die in 1976 de Nobelprijs ontving voor zijn onderzoek naar overdraagbare vormen van dementie, zoals kuru en de Ziekte van Creutzfeldt-Jakob. Na zijn terugkeer uit de VS promoveerde hij aan de UvA en gaf hij negentien jaar (1983-2002, vanaf 1989 als hoogleraar) leiding aan het virologisch onderzoek binnen de Amsterdamse Cohort Studies naar het natuurlijk beloop en de pathogenese van AIDS, een samenwerkingsverband tussen het AMC, het CLB en de GGD in Amsterdam.