Als expert op het gebied van complottheorieën is hij spreker geweest bij Nieuwsuur, Hart van Nederland, De wereld draait door en Al Jazeera. Op de dag van dit interview belde RTL Nieuws nog of hij wilde meewerken aan een nieuwsitem, maar helaas lukte dat niet omdat Jan-Willem die dag nog in quarantaine zit. Zijn onderzoek gaat over complotdenken, extremisme, en gevoelens van onrecht.
Hij is geïnteresseerd in de wat meer ‘duistere’ kant van mensen: Wat voedt hun wantrouwen, hoe radicaliseren ze, wat maakt dat ze regels overtreden, enzovoorts. Sinds september 2021 is Jan-Willem van Prooijen opleidingsdirecteur van de Bachelor Psychologie aan de VU. Aan de hand van een aantal vragen schetst hij in dit interview zijn rol binnen en buiten de VU en zijn toekomstvisie op zowel zijn werk als onderzoeker als zijn rol als opleidingsdirecteur.
Wat is jouw rol bij de Bachelor Psychologie?
Ik ben opleidingsdirecteur, en in die rol ben ik verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de opleiding. Daar komt veel bij kijken. Zo ben ik linking pin tussen bestuur en de docenten. Verder ben ik verantwoordelijk voor de communicatie naar alle partijen, de voorlichting en werving van studenten, voor de consistentie van de opleiding. We zijn bezig met Blended Learning. Samen met de coördinator van de bachelor ben ik verantwoordelijk voor het tutoraat van de bachelor. Naast de managertaken blijf ik gelukkig ook productief als onderzoeker.
Hiervoor heb ik 15 jaar les gegeven in de bachelor, voor de cursus sociale psychologie in het eerste jaar. En ik ben lang opleidingsdirecteur geweest van de Research Master. Met bijna 500 studenten in het eerste jaar is de bachelor opleiding een stuk grootschaliger, en dat heeft veel voeten in de aarde, maar dat zie ik ook als een mooie uitdaging.
Hoe omschrijf je het team van de Bachelor Psychologie?
We werken in een grote organisatie, ik werk samen met een enorm groot team, met veel mensen en partijen. Allereerst met veel docenten die in de 3-jarige bachelor lesgeven en de tutoren en tutorgroepen, met Lisette Schmidt als de coördinator hiervan. Ik heb over kwaliteitszorg veel te maken met de Opleidings- en Examencommissie: zij zorgen dat de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van de examens op orde zijn. Natuurlijk heb ik geregeld te maken met het Faculteitsbestuur, verantwoordelijk voor het beleid. En verder werk ik veel samen met het team van Blended Learning. Ikzelf ben onder de indruk wat een geoliede machine deze grote organisatie is.
Wat drijft jou, waar word je enthousiast van?
Ik heb een groot hart voor onderwijs. Ik vind het zeer belangrijk dat studenten goed onderwijs krijgen. Ik wil dat studenten goed voorbereid worden op hun toekomstige rol in de maatschappij. De coronapandemie maakt het moeilijker om goed onderwijs te bieden, maar ook extra uitdagend. In het verleden heb ik als docent altijd mijn uiterste best gedaan voor goed onderwijs, en nu in mijn rol als opleidingsdirecteur zie ik de coördinerende taken van het onderwijs als een nieuwe uitdaging met hetzelfde doel, vanuit diezelfde drijfveer.
De Bachelor Psychologie heeft een numerus fixus, die is voor alle universiteiten in Nederland vastgesteld op 600 studenten. Hoe kan het dat de instroom daarna (in 2020) is teruggelopen van 780 naar 369?
De lagere instroom van 2020 (369) zal zeker met corona te maken hebben. Afgelopen jaar is voor de meeste opleidingen de instroom toegenomen, ook voor de Bachelor Psychologie. Het afgelopen jaar hadden we een grotere instroom, bijna 420. Dit is een samengesteld getal, uit enerzijds het aantal binnenlandse studenten, en anderzijds het aantal internationale studenten. De faculteit streeft naar 450, dus iets meer. Sowieso is het lastig te verklaren waarom de instroom minder is dan het vastgestelde aantal van de numerus fixus, het heeft met meerdere zaken te maken. De concurrentie van andere opleidingen speelt mee. De coronapandemie zorgt voor minder aanmeldingen van met name internationale studenten.
Wat is jouw toekomstvisie voor de bachelor?
In mijn toekomstvisie heb ik een aantal speerpunten, zoals de kwaliteitszorg voor bepaalde vakken, Blended learning, peer review evaluaties en het verlagen van de werkdruk.
- Op dit moment hangt de evaluatie van het onderwijs volledig af van studentenevaluaties. Ik denk dat het goed is om meer ruimte te geven aan peer review evaluaties om de kwaliteit van het onderwijs te beoordelen.
- De universiteit heeft ingezet op Blended Learning: het is een goed plan om de recente verworvenheden in digitaal onderwijs ook na de coronapandemie aan te houden, en zodoende het aanbod van onderwijs blijvend flexibeler te maken en daarmee ook aantrekkelijker voor studenten.
- Door de coronapandemie heeft het overleg tussen docenten stilgelegen: ik wil opnieuw leven blazen in het overleg over kwaliteitszorg, om de consistentie van het onderwijs te waarborgen, bijvoorbeeld door te zorgen dat zaken niet dubbelop verteld worden in verschillende cursussen, of door te stimuleren dat Blended learning op een consistente manier wordt toegepast door het onderwijsprogramma heen.
- En verder behoeft het verlagen van de werkdruk aandacht. Het is een VU-breed punt van aandacht, want veel medewerkers leiden onder te hoge werkdruk, zeker nu. Zo is het belangrijk om in de gaten te houden wat voor ondersteuning er aan docenten geboden kan worden, en bij welke cursussen dit het meest noodzakelijk is.
Hoe verloopt de samenwerking met andere opleidingen en faculteiten?
Gelukkig mag ik mezelf verheugen in meerdere samenwerkingen en overleggen. Binnen de Kamer Psychologie werken verschillende universiteiten samen in een overleg. Met het team van de faculteit hebben we goede contacten met andere opleidingen. Bij de Research Master Sociale Psychologie heb ik in de rol van coördinator en opleidingsdirecteur een sterk netwerk opgebouwd met andere opleidingsdirecteuren. Momenteel heb ik ook met de opleiding Pedagogiek een prettige samenwerking.
Andere bachelor opleidingen Psychologie aan andere universiteiten in Nederland: zie je hen als concurrent in het studenten werven of als samenwerkingscollega om goed onderwijs te bieden?
Ikzelf zie andere opleidingen Psychologie absoluut als collega-aanbieders van onderwijs. Voor mij staat centraal om zo goed mogelijk onderwijs bieden, en studenten een goede toekomst te bieden. Als een student voor een andere opleiding kiest, bijvoorbeeld om iets wat de VU ze niet kan bieden, staat wat mij betreft het belang van de student voorop.
De Bachelor Psychologie is een focusopleiding - wat houdt dit in?
Voor Psychologie wordt een nieuwe campagne opgezet, met het oog om de opleiding goed onder de aandacht te brengen en studenten te werven. Ook heeft de Bachelor Psychologie sinds enige tijd een numerus fixus. Dat is belangrijk, omdat een te hoge instroom ten koste zou gaan aan de kwaliteit van de opleiding. Zo is er binnenkort weer een online bachelordag, waar ik ook een presentatie zal verzorgen, om mijn enthousiasme voor het vak en onze opleiding te bespreken. Onze opleiding heeft veel te bieden, we hebben goede docenten, we zijn een duidelijke psychologie-opleiding die je goed voorbereid op een masteropleiding of op een rol in de maatschappij. Ondanks die duidelijke focus heb je toch veel keuzemogelijkheden als student. Natuurlijk in de vorm van de verschillende minoren die studenten kunnen kiezen tijdens de opleiding, maar ook erna hebben studenten veel mogelijkheden wat betreft Masterprogramma’s of beroepskeuzes.
Hoe verlopen de online bachelordagen?
Voorheen konden jonge mensen eerst verschillende open dagen live ervaren, om zodoende de sfeer van de universiteit te beleven en te ervaren waar ze zich het beste thuis voelen, een heel andere ervaring dan zoals het nu is, alles online. Een aankomend student wordt nu gevraagd om te kiezen voor een opleiding op basis van 'hoe leuk is het filmpje' of 'hoe aansprekend is die ene spreker?'. Dat maakt het voor studenten een stuk lastiger: een belangrijk deel van je keuze wordt immers bepaald door de indruk die je krijgt van docenten, de locatie, de sfeer, en het gevoel 'voel ik mij hier thuis?'. Door omstandigheden is dat de studenten van nu afgenomen, dat is spijtig. Maar we roeien met de riemen die we hebben, en online proberen we een zo goed en eerlijk mogelijk beeld te geven van wat wij te bieden hebben, wat de speerpunten en focuses van de opleiding zijn. Het is daarbij belangrijk om in te spelen op de leefwereld van studenten en ons vakgebied goed te presenteren.
Ik begreep dat er nu al meer aanmeldingen zijn dan vorig jaar?
De deadline was 15 januari en we hebben ruim 1500 aanmeldingen gekregen; dat is bijna 30% meer dan vorig jaar en dus heel goed nieuws. Er is nog wel enige onzekerheid omdat het altijd de vraag is hoeveel van die aanmeldingen daadwerkelijk instromen in de opleiding. Maar gezien deze aantallen is het waarschijnlijk dat ook de instroom volgend jaar hoger zal zijn.
Wie op de VU wil jij een compliment geven?
Natuurlijk het gehele faculteitsbestuur, petje af. Met name aan Gonneke en Kirsten complimenten voor hoe zij tijdens deze crisis continu moeilijke beslissingen nemen en moeilijke boodschappen moeten brengen aan zowel docenten als studenten. Applaus voor alle docenten die het werk blijven doen en zo flexibel zijn om te switchen naar online als het moet, of terug naar de campus als het kan. Er wordt heel veel van iedereen gevraagd... eigenlijk aan iedereen een groot compliment!
Kun je vertellen over je onderzoek over complottheorieën?
Mijn onderzoek gaat over de vraag welke individuele en sociale factoren mensen meer of minder gevoelig maken voor complottheorieën, en ook wat de gevolgen zijn van complottheorieën voor de samenleving. Zo heb ik, in samenwerking met meerdere collega’s, aangetoond dat de politieke extremen – en dan vooral extreem rechts – gevoelig zijn voor complottheorieën, en dat geloof in complottheorieën veel sterker uit emoties voorkomt dan uit analytisch denken. Ook hebben we in recent onderzoek meer inzicht gekregen in de langere termijn effecten van complottheorieën voor het welzijn en de gezondheid van mensen. In een grote steekproef onder de Nederlandse bevolking vonden we bijvoorbeeld dat naarmate mensen aan het begin van de coronacrisis (april 2020) sterker in complottheorieën geloofden, de kans groter was dat ze acht maanden later (december 2020) een keer positief hadden getest op het coronavirus.
In hoeverre is dit nu zo actueel?
Complottheorieën leven vooral op in tijden van crisis, zoals nu het geval is tijdens de corona-pandemie. Ook de klimaatcrisis heeft de nodige complottheorieën aangewakkerd. Het is belangrijk om te begrijpen waar complotdenken vandaan komt en wat eraan te doen valt. De hoeveelheid mensen dat vatbaar is voor complottheorieën is betrekkelijk groot, en complotdenken kan grote gevolgen hebben voor de maatschappij. Zo is geloof in complottheorieën een zeer goede voorspeller van de vraag of mensen zich laten vaccineren tegen corona, of zich aan de maatregelen (zoals bijvoorbeeld mondkapjes of 1,5 meter afstand) houden. Ook voeden complottheorieën maatschappelijke onvrede, wat zich kan uiten in stemmen voor populistische partijen, of gewelddadige vormen van protest. Complottheorieën ondermijnen vaak het draagvlak dat nodig is voor interventies om de samenleving uit een crisissituatie te helpen.
Wat vind je ervan dat je zo regelmatig als expert gevraagd wordt door journalisten?
Praten met journalisten over mijn onderzoek vind ik heel leuk. Het is altijd een uitdaging om met een journalist in gesprek te gaan, omdat je je bevindingen toch op een wat andere, meer toegankelijke manier moet uitleggen dan je op wetenschappelijke conferenties zou doen. Daarnaast vind ik het belangrijk om als wetenschapper een bijdrage te leveren aan het publieke debat, en dus ben ik blij dat ik daar regelmatig op deze manier de kans voor krijg. Natuurlijk ben ik soms erg druk en komt een uitnodiging van een journalist niet altijd even goed uit. Ik pak daarom niet iedere uitnodiging aan. Maar als het goed uitkomt, en het een onderwerp is waar ik naar mijn gevoel ook echt iets zinnigs over te zeggen heb, dan doe ik het graag.
Tekst en beeld: Petra van Velzen