Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Bernard Lievegoed Onderzoekscentrum

In 2017 is het Bernard Lievegoed Onderzoekscentrum gestart dat zich richt op de antroposofisch geïnspireerde zorgverlening in de verstandelijk gehandicaptenzorg en ouderenzorg.

Het wordt geleid door dr. Pim Blomaard.

Het BLO verricht wetenschappelijk onderzoek naar de visie en de praktijk van antroposofische zorgverlening in de context van waardengedreven zorg. Zie voor verdere informatie ook de website www.bernardlievegoedonderzoekscentrum.nl met actualiteiten, publicaties, events, nieuws, links etcetera.

Het BLO is opgericht door de Nederlandse Vereniging van Antroposofische Zorgaanbieders (NVAZ) die de nationale koepelorganisatie is van medische organisaties (cure) en zorginstellingen (care). De focus van het Bernard Lievegoed Onderzoekscentrum ligt op de langdurige zorg, op de zorgverlening aan mensen met een verstandelijke beperking en mensen aan het einde van hun leven.

Het Onderzoekscentrum is gevestigd aan de Faculteit Religie en Theologie van de Vrije Universiteit. Aan deze faculteit van de VU zijn meerdere centra, instituten en onderzoeksplaatsen verbonden met een specifieke inhoudelijke (levensbeschouwelijke) invalshoek. Het Bernard Lievegoed Onderzoekscentrum richt zich op aspecten van de zorgpraktijk die met de antroposofische visie op mens en zorg samenhangen.

De huidige samenwerkingsrelatie tussen de NVAZ en de VU komt voort uit de voormalige Bernard Lievegoed Leerstoel, die van 2005 tot 2015 door Prof. Hans Reinders werd bekleed. In deze periode zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar de relatie tussen professionaliteit en identiteit, tussen visie en werkvloer, tussen visie en opleiding. De kwaliteit van zorg is veelvuldig onderwerp van onderzoek geweest, met name door de introductie van een kwalitatief ontwikkel-instrument op basis van participerende observatie (zie www.beeldenvankwaliteit.nl).

Doel van het Onderzoekscentrum

Het Onderzoekscentrum heeft als doel de theoretische en praktische betekenis van antroposofische concepten en methodieken nader te expliciteren en met hedendaagse inzichten en praktijken te verbinden.

Al sinds het begin van de antroposofische zorg aan mensen met een verstandelijke handicap (1924 in Jena en 1931 in Zeist) zijn er vele zorginstellingen opgericht met de antroposofische mensvisie als bron van inspiratie. In Nederland zijn er ca. twintig zorgaanbieders in de sector Verstandelijk Gehandicapten en vijf in de sector Ouderenzorg (www.nvaz.nl). Wereldwijd zijn dat er vele honderden, verspreid over alle continenten; vgl. www.khsdornach.org / www.anthropoi.de / www.camphill.net / www.nikodemuswerk.de. Er is een herkenbare praktijk ontstaan en een herkenbare traditie. Voor deze waarden-gedreven en visie-gestuurde beweging is het een urgente uitdaging om de eigen praktijk en traditie – mede gelet op de wisseling van generaties en de groei van locaties en doelgroepen – tegen het licht te houden en opnieuw te kijken naar de bron van de inspiratie, naar de realisatie in de praktijk en de potentie daarvan in onze samenleving.

Het Onderzoekscentrum heeft daarbij uitdrukkelijk ook tot doel de antroposofische concepten en methodieken te verbinden met hedendaagse theorieën en praktijken. Het wil een bijdrage leveren aan de huidige maatschappelijke discussie over de waardigheid van een afhankelijk en kwetsbaar leven, over het ideaal van goede zorg, over het integreren in de samenleving. Deze discussie raakt  thema’s als persoonsgerichte en menslievende zorg, presentie en participatie, aandacht en spiritualiteit.

De lijnen van het onderzoek

Antroposofische zorgverlening is zoals alle zorgverlening op zoek naar ‘goede zorg’, naar menselijke kwaliteit van leven, gericht op ontwikkelingsmogelijkheden. In de antroposofische zorgverlening kijken professionals op een ‘holistische’ wijze naar de mens, die meer is dan zijn lichaam, meer is dan zijn problematiek, meer is dan zijn verleden. Om dit meer te ervaren en om aan te sluiten bij wie de ‘cliënt’ in zijn hele mens-zijn is, treden begeleider en cliënt in relatie om in verbinding en in dialoog te komen. Een dergelijke verbinding veronderstelt dat de professional persoonlijk betrokken is bij de ander en dat de interactie tot een wederkerige relatie wordt.

Wederkerigheid

Het onderzoekscentrum legt zich op twee onderzoekslijnen toe. De eerste onderzoekslijn betreft de wederkerige relatie. De relatie wordt daarbij gezien als een wisselwerking van mensen die zich aan elkaar ontwikkelen en waarin gelijkwaardigheid gerealiseerd kan worden: de zorgrelatie als tweezijdige ontwikkelruimte en resonantieruimte van personen. Onder de titel ‘wederkerigheid in ontwikkeling’ zal het begrip wederkerigheid (reciprociteit) als constitutief principe van goede zorg theoretisch worden uitgewerkt en zal worden onderzocht hoe dit in de praktijk vorm krijgt en al dan niet werkzaam is.

Spiritualiteit

De tweede onderzoekslijn betreft de rol van aandacht en spiritualiteit in de zorgverlening. Bekende aspecten in de antroposofische zorgverlening zijn de aandacht voor de uiterlijke ruimte (healing environment), voor de tijd (ritme en rituelen) en voor het bewustzijn van gehelen (tussen individualisering en gemeenschapsvorming). Dat verwijdt de blik op de kwaliteit van zorg doordat de zorgverlening in een brede context komt te staan. Het onderzoek van het BLO wil nagaan of en hoe vormen van aandacht en innerlijke ruimte, van rituelen en intuïtie, bijdragen aan goede zorg.

De onderzoeksprojecten zijn zowel theoretisch als praktisch van aard en zijn gericht op exploreren en evalueren. De uitkomsten van het onderzoek beogen de conceptualisering en concretisering van antroposofische zorgverlening te versterken. Zij leveren daarnaast input voor de organisatie-ontwikkeling op het gebied van kwaliteitszorg, medewerkers- en scholingsbeleid.

Antroposofie en wetenschap

Antroposofie verstaat zichzelf als een geestelijke stroming die zich wetenschappelijk wil verantwoorden, zich kunstzinnig wil uitdrukken en zich spiritueel wil verbinden met het geestelijke. Zij baseert zich op een filosofische kennistheorie, een reflexieve methodologie en een ethiek van individualisme. Zij heeft haar wortels in het levenswerk van Rudolf Steiner (1861-1925) en is inmiddels in vele sectoren van het persoonlijke, maatschappelijke en culturele leven werkzaam (www.antroposofie.nl).

De relatie tussen antroposofie en wetenschap is niet vanzelfsprekend. Antroposofie is vooral bekend door en zichtbaar in de praktijk: in terreinen zoals onderwijs (vrijescholen), landbouw (biologisch-dynamische landbouwbedrijven), geneeskunde (algemene en psychiatrische ziekenhuizen, therapeutica), kunst (organische architectuur), religie (de Christengemeenschap). In de wetenschappelijke context is zij minder zichtbaar. Niettemin stijgt het aantal promoties, lectoraten en professoraten en lijkt haar relevantie toe te nemen naarmate de maatschappelijke ontwikkelingen dichter raken aan haar benadering en zienswijze. Zie bijv. publicaties van onderzoeksinstituten als www.louisbolk.org, van lectoraten bij www.hsleiden.nl en professoraten bij https://www.alanus.edu/de/home. Een recente publicatie hierover is die van prof. dr. Peter Heusser, Anthroposophie und Wissenschaft. Eine Einführung, Verlag am Goetheanum, Dornach 2016.

Pim Blomaard

Pim Blomaard studeerde in 1986 (cum laude) af als filosoof aan de Universiteit Leiden en werkte vele jaren als filosofiedocent aan het Meander College in Zoetermeer en was vijf jaar verbonden aan het Cito.

Van 2000 tot 2016 gaf hij als lid Raad van Bestuur leiding aan de Raphaëlstichting, een zorgaanbieder in Noord- en Zuid-Holland voor mensen met een verstandelijke beperking, met niet-aangeboren hersenletsel en voor ouderen met een somatische of psychogeriatrische zorgvraag.
Daarnaast was hij in tal van besturen op het gebied van de gehandicaptenzorg actief, onder meer bij de SIGRA in Amsterdam, en was hij lid van de AKO van de landelijke branche-organisatie VGN.
Hij promoveerde in 2010 bij Prof. Hans Reinders op het thema van de zorgrelatie en was medewerker aan de Bernard Lievegoed Leerstoel waarin hij co-auteur was van diverse publicaties (zie www.bernardlievegoedonderzoekscentrum.nl). Sinds 2017 is hij hoofdonderzoeker aan het Bernard Lievegoed Onderzoekscentrum en werkt hij daarnaast parttime bij de Raphaëlstichting ten behoeve van onderzoek, ontwikkeling en opleiding.

Over Bernard Lievegoed

Bernard Lievegoed (1905-1992) was onder meer antroposofisch arts en psychiater, hoogleraar sociale pedagogiek in Rotterdam, hoogleraar sociale bedrijfskunde in Twente, en organisatiedeskundige. Hij heeft in zijn leven vele instellingen opgericht en initiatieven genomen waaronder het Zonnehuis (in 1931 de eerste antroposofische instelling binnen de verstandelijk gehandicaptenzorg in Nederland), de Vrije Hogeschool (onder meer het propedeutisch jaar) en het NPI (organisatieadviesbureau). Een centraal thema in zijn werk was de ontwikkeling: ontwikkeling van de individuele mens, van de organisatie, en van de mensheid als geheel. Bekend geworden zijn vooral zijn boeken over de menselijke levensloop, over de drie fasen in de organisatie-ontwikkeling, over de betekenis van psychiatrische ziektebeelden, en zijn perspectief op de 21e eeuw. Het Onderzoekscentrum plaatst zich graag in zijn streven, menselijke ontwikkeling te bevorderen en in een wijder perspectief te plaatsen.