Hoogleraar Mark Hoogendoorn is een echte representant van de mensgerichte AI-traditie aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Hij was betrokken bij de opzet van de VU AI-bachelor, doet onderzoek naar de detectie van darmkanker met machine learning en is mede-initiatiefnemer van het nieuwe VU AI for Health Center.
Onlangs is het AI for Health Center geopend op de VU campus – een plek met een landelijk sterke positie in onderzoek in health & life science en artificial intelligence. Wat is jouw rol hierin?
“Samen met Marleen Huysman, Robert de Jonge en Heleen Riper ben ik een van de initiatiefnemers van het centrum en zijn we op dit moment het management team van het center. We zijn, net als de deelnemers in het centrum, allen actief bezig met onderzoek naar AI in de zorg.”
Wat wil je met het AI for Health Center concreet bereiken?
“We willen heel graag onderzoekers en gezondheidsexperts met elkaar in verbinding brengen die interesse hebben in AI en de gezondheidszorg om ervaringen te delen over de toepassing van AI in de zorg. Verder willen we meer inter- en multidisciplinaire samenwerkingen op de VU Campus op dit gebied bewerkstelligen en daarnaast ook de resultaten op dit vlak bundelen voor breder publiek om ook te laten zien waar we op dit moment staan met AI in de zorg. We willen hierbij goed samenwerken in de Amsterdamse AI coalitie onder het thema ‘AI Technology for People’ en Amsterdam als geheel vooruithelpen op AI & Health vlak. Het uiteindelijke doel is om de gezondheidszorg te verbeteren door het ontwikkelen, implementeren en evalueren van AI-technieken.”
Je bent sinds 1 oktober 2020 aangesteld als hoogleraar ‘Quantitative Data Analytics’. Wat wil je bereiken?
“Het doel van de groep is om AI-technieken, specifiek in machine learning, te verbeteren om ze daarmee beter in de praktijk toepasbaar te maken. Hierbij richten we ons met name op toepassingen in de zorg, maar de verbeteringen die we maken zijn natuurlijk breder inzetbaar. We zien op dit moment dat voor bepaalde problemen in de zorg AI al een mooie bijdrage kan leveren. Ik hoop dat over vijf jaar, door onze bijdrage aan de ontwikkelingen in de machine learning, de technieken breder toepasbaar zijn en we ook daadwerkelijk zien dat de toepassingen in de praktijk gebruikt worden door arts en patiënt.”
Je bent al jaren bezig met AI en health, van geestelijke gezondheidszorg tot data-analyse methodes en machine learning in zorgtoepassingen. Wat zijn jouw verwachtingen nu AI breder wordt ingezet? Waar gaan we doorbraken zien?
“Ik denk zeker dat we een enorme toename van het aantal toepassingen van AI in de zorg gaan zien. Mede gedreven door het maatschappelijk belang natuurlijk. Hierbij is het wel belangrijk dat dit soort toepassingen samen met zorgexperts worden ontwikkeld. Je merkt dat ook zorgexperts zoals artsen steeds meer openstaan voor AI, wat ontzettend mooi is. De grote uitdaging is nog steeds om van wetenschappelijk inzichten naar een echt werkend product te komen dat ook in de praktijk gebruikt wordt. Daar moeten nog echt stappen gezet worden.”
Hoe staat het met jouw onderzoeksproject naar darmkanker?
“We hebben in het project kunnen aantonen dat je, door gebruik te maken van een grote dataset met patiëntgegevens van huisartsen (uiteraard volledig geanonimiseerd) en machine learning, een voorspellend model kunt maken voor darmkanker waarbij de voorspellende kracht van het model uitstijgt boven voorspellende modellen met meer klassieke statistische methodes. Daar bovenop zijn we tot nieuwe voorspellers gekomen. Prachtig natuurlijk. De volgende stap is om in de praktijk te gaan testen of dit de zorg ook daadwerkelijk kan verbeteren. Om hiervoor financiering te krijgen blijkt echter lastiger dan het krijgen van de financiering voor de bouw van het model zelf.”
AI is nu meer interdisciplinair aan het worden en waar bijvoorbeeld technische universiteiten het eerder wat links lieten liggen, stapt nu iedereen op de trein. Enerzijds worden er bijna wonderen van AI verwacht, anderzijds zijn mensen als Daniel Dennett sceptischer. Hoe kijk jij als VU-onderzoeker tegen deze ontwikkeling aan?
“AI heeft zeker enorme potentie voor de zorg, maar het is natuurlijk niet de oplossing voor alle problemen. Ik denk dat we pas aan het begin staan van de toepassingen van AI in de zorg en dat we een versnelling gaan zien van deze ontwikkelingen. Er is steeds meer data, meer interesse in AI-toepassingen in de zorg vanuit allerlei partijen en de AI-technieken worden steeds beter. Het is wel goed als er realistische verwachtingen zijn over de bijdrage die AI in de zorg kan brengen. Soms zijn deze wel erg hooggespannen. Hierbij is het denk ik van belang dat er goed wordt samengewerkt tussen de zorg- en AI-experts. Daarnaast is het belangrijk dat zorgexperts ook zicht hebben op de voor- en nadelen van AI-oplossingen. Hierbij hebben wij als VU natuurlijk een voorsprong vanwege onze lange traditie op dit terrein.”
Wat merkt een gemiddelde patiënt in een ziekenhuis op dit moment van de rol van AI in de zorg?
“Ik denk dat dit nu nog relatief beperkt is. Er vinden wel degelijk experimenten plaats waarin AI-ondersteuning in de praktijk wordt geëvalueerd. Het echt breed uitrollen in de praktijk moet nog komen. Voorbeelden zijn een model op de IC dat kan inschatten wat de kans is op heropname van een patiënt als de patiënt overgeplaatst zou worden naar een andere afdeling. Dit om de intensivist te helpen in het nemen van de beslissing wie over te plaatsen. Deze software wordt ontwikkeld door PacMed, een bedrijf waar we veel mee samenwerken. Daarnaast is er ook een voorbeeld van het bepalen van een optimaal bestralingsplan voor tumoren met behulp van AI-technieken, onder andere ontwikkeld door het Centrum voor Wiskunde en Informatica in Amsterdam.”
Wat is de plek van de Amsterdamse AI-kennisinstituten en bedrijven, op landelijk en internationaal niveau? En dan met name AI for Health?
“Ik denk dat we op het vlak van AI for Health in Amsterdam een unieke combinatie hebben. We hebben kennisinstellingen die vooroplopen in AI, we hebben excellente academische medische centra en ziekenhuizen en veel innovatieve bedrijven op dit vlak. Daarnaast werken ze ook nog op een zeer goede manier met elkaar samen, zowel bestuurlijk als ook ‘op de werkvloer’, onder het motto 'AI Technology for People'. Ik denk dat we daarmee als Amsterdam in Nederland een unieke plek innemen. Wereldwijd zijn er natuurlijk meer van dit regio’s, maar ook daar doen we best competitief mee.”
De VU bacheloropleiding Artificial Intelligence heeft al lang een bovengemiddeld aandeel vrouwelijke studenten voor een informatica-opleiding, en een meer diverse studentpopulatie. Hoe heeft dat de opleiding en bijvoorbeeld de instroom aan jonge onderzoekers veranderd? Hoe zie je in dit verband het professionele AI-klimaat in Amsterdam?
“Omdat de AI-bacheloropleiding in het Engels aangeboden wordt waardoor we ook meer internationale studenten hebben en vanwege de focus op de combinatie mens en AI, hebben we inderdaad een hele diverse populatie. Hierdoor zijn er studenten die meer interesse hebben in de toepassing van AI om mensen te helpen en studenten die juist meer de techniek in willen duiken. Die vullen elkaar prachtig aan. Dit zorgt er ook voor dat er bij de uitstroom een flinke groep nieuwe afgestudeerden zit die zoekt naar de combinatie mens en AI, wat natuurlijk zijn weerslag heeft op de activiteiten in Amsterdam. Het blijft wel lastig om deze talenten vast te houden in de regio, daar moeten we echt ons best voor blijven doen.”
Is jouw focus op AI en health eigenlijk persoonlijk of meer toevallig ontstaan?
“Eigenlijk is deze interesse ontstaan nadat ik mijn promotie net had afgerond in 2007. De AI-opleiding van de VU werd toen net omgevormd tot een AI-opleiding waarin toepassingen om mensen te ondersteunen steeds prominenter werden en ik ging daarbij een rol spelen in het opzetten van nieuwe vakken. Ik merkte dat ik toch vooral interesse had om niet alleen maar puur naar de algoritmische kant te kijken, maar juist de grens op te zoeken tussen technische ontwikkelingen en de toepassing in een domein waarin de AI-technieken ten goede komen aan mensen. De zorg vond ik daarbij een extra uitdagend en fascinerend domein waarbij er nog ontzettend veel mogelijkheden zijn voor AI.”
Binnen AI Technology for People wil Amsterdam jong talent verbinden aan de stad. Waarom zou een jonge, talentvolle AI-student naar Amsterdam, naar de VU moeten komen?
“Persoonlijk ervaar ik de VU als een universiteit waar inter- en multidisciplinair maatschappelijk relevant onderzoek erg gewaardeerd wordt. AI for Health is daar natuurlijk een voorbeeld van. Verder is de cultuur op de VU erg gericht op samenwerking. Ik ervaar dat onderzoekers erg open staan om elkaar te helpen, samen te werken en van hiërarchie is weinig te merken. Alle disciplines zijn ook op de VU Campus zelf te vinden, dat maakt samenwerken extra laagdrempelig. De VU heeft een lange traditie op zowel het AI vlak als het gezondheidsvlak en er zitten veel goede onderzoekers over een heel breed spectrum van beide domeinen. Kortom: wat mij betreft de ideale plek om in een prettige omgeving onderzoek te doen op het gebied van AI for Health.”