Onze tijd kent allerlei fundamentalistische bewegingen: radicale evangelicals, islamitisch Wahabisme, Joods fundamentalisme, Hindu etnonationalisme, maar er zijn ook seculiere varianten zoals fascisme. Fundamentalistische groepen vermijden contact met wat zij als kwaadaardige, moderne en soms ook seculiere ontwikkelingen beschouwen. Ze zien bepaalde teksten als onfeilbaar, staan wantrouwend ten opzichte van verschillende soorten wetenschap en plegen in zeldzame gevallen zelfs terroristische aanslagen. Er is sprake van het belemmeren van toegang tot onderwijs en ze beperken rechten van leden van sommige gemeenschappen en mensen van bepaalde religies of rassen.
Fundamentalisme heeft een negatieve invloed op het imago van religies, in het bijzonder dat van de islam.
Om fundamentalisme beter te begrijpen en beter normatief te kunnen onderzoeken en beoordelen kan epistemologie en ethiek een belangrijke andere ingang zijn. De vraagstukken die daarbij beantwoord moeten worden zijn: wat maakt overtuigingen tot fundamentalistisch, hoe verhouden de overtuigingen van een individu zich tot de groep waar hij/zij toe behoort en wat zijn de plichten van een fundamentalist? Op deze wijze kan in het onderzoek een normatief theoretisch kader geschetst worden waarmee fundamentalisme begrepen en beoordeeld kan worden. Uit ander onderzoek blijkt namelijk dat de mensen die zich aansluiten bij fundamentalistische groeperingen handelen vanuit een oprechte keuze en niet ziek zijn of lijden aan psychische stoornissen.
Rik Peels krijgt 1,5 miljoen van European Research Council (ERC) om faculteit overstijgend onderzoek te doen naar fundamentalisme.