Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Naoorlogs regeringsbeleid onteigende Duitsers in Nederland

Van bestek tot kasteel, bezit van Duitsers werd na de oorlog door Nederland in beslag genomen. Wie waren de Duitsers die dit overkwam? Welke tol betaalden zij voor hun Duitse staatsburgerschap?

Eind oktober 1944, als voorbereiding op de naoorlogse wederopbouw, verklaart de Nederlandse regering in ballingschap in Londen alle Duitsers in het Nederlandse Koninkrijk tot vijand. Ongeacht hun gedrag of politieke voorkeur wordt na de Duitse capitulatie hun vermogen als vijandelijk vermogen onteigend. Zelfs Duitsers die al jarenlang in Nederland woonden en Duits-Joodse vluchtelingen worden getroffen. Zij betalen (vaak letterlijk) een hoge prijs voor hun (voormalig) Duits staatsburgerschap.

Om hun vijand-status aan te vechten en hun vermogen terug te krijgen moeten getroffen Duitsers in een zogenaamde ‘ontvijandingsprocedure’ bewijzen dat zij zich als goed Nederlander hebben gedragen. In het Nationaal Archief in Den Haag geven de meer dan 20.000 ontvijandingsverzoeken een beeld van de onzekere tijden waarin velen leefden.

In haar proefschrift The Burden of Nationality onderzoekt Marieke Oprel het proces van ontvijanding. Het blijkt dat het stereotype beeld van de Duitser als dader geen stand houdt. De tot vijandelijke onderdanen verklaarde Duitse populatie was zeer heterogeen: grensboeren, mijnwerkers, arbeiders en dienstmeisjes worden door de naoorlogse maatregelen getroffen.

Sommige Duitsers werden gearresteerd, geïnterneerd, anderen zelfs uitgezet. Velen probeerden hun politieke betrouwbaarheid te bewijzen. Maar wat deze mensen moesten doen om geen vijand meer te zijn, werd niet duidelijk gedefinieerd. Het beleid was willekeurig en inconsequent. Het vijandelijk vermogen heeft de Nederlandse schatkist miljoenen gulden opgeleverd.

Voor haar onderzoek sprak Oprel met tweede en derde generatie Duitsers. De vijand-status had grote impact op hun dagelijks leven. Niet het gebrek aan financiële compensatie, maar het gemis van erkenning voor hun geschiedenis speelt velen nog altijd parten.

Tot voor kort is er weinig aandacht geweest voor de ontvijandingsgeschiedenis van Duitsers in Nederland. Het is zaak dat ook deze bladzijde uit de vaderlandse geschiedenis aan geschiedenisboeken wordt toegevoegd.

Over dit onderzoek