Uit het etnografische veldonderzoek, uitgevoerd in samenwerking met verloskundewetenschappers Ank de Jonge en Corine Verhoeven, blijkt dat verloskundigen voortdurend moeten schakelen tussen vrouwgerichte zorg en protocollen voor risicobeoordeling. Deze ‘watchful attendance’ – een vorm van continue, alerte aanwezigheid – vraagt om een grote mate van emotionele betrokkenheid, inschattingsvermogen en empathie.
Het onderzoek gebruikt het begrip ‘emotionele arbeid’ als een lens om het vak van verloskundigen beter te begrijpen. Verloskundigen die hun emoties oprecht kunnen inzetten (‘deep acting’) dragen bij aan een positieve bevalervaring. Maar wanneer ze emoties moeten onderdrukken om aan professionele verwachtingen te voldoen (‘surface acting’), kan dat leiden tot stress en verminderde kwaliteit van zorg.
De onderzoekers pleiten daarom voor meer aandacht in onderwijs en beleid voor deze emotionele dimensie van geboortezorg. Nu de Nederlandse geboortezorg steeds meer toewerkt naar geïntegreerde modellen waarin eerstelijns- en tweedelijnszorg samenwerken, is inzicht in de dagelijkse praktijk van verloskundigen van groot belang.
De studie benadrukt bovendien het belang van interdisciplinair onderzoek: het artikel is geschreven in samenwerking met studenten van de professionele antropologiespecialisatie van de masteropleiding Antropologie, die actief bijdroegen aan het veldwerk. Sinatti: “Dit is een mooi voorbeeld van hoe onderwijsinnovatie en praktijkgericht onderzoek hand in hand kunnen gaan.”