Organisatieantropoloog Hanna Ploeg-Bouwman deed onderzoek naar het 40 jaar durende fusieproces (Samen-op-Weg) van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in Nederland tot de Protestantse Kerk Nederland (PKN).
In het onderzoek kijkt Ploeg-Bouman naar het proces via learning history; een methode waar de geschiedenis van het leren binnen een lerende organisatie uitgangspunt is. Een fusieproces is geen optelsom van verschillende identiteiten, het gaat ook over cultuur die diep geworteld zit in tradities, routines, emoties, macht, symbolen, taal en muziek. Het blijkt dat bij veranderingsprocessen niet altijd helder en vastgelegd is wat goed ging, wat niet goed ging, en waarom dat zo was. Deze feiten, persoonlijke én collectieve herinneringen spelen echter (onbewust) een belangrijke rol in het proces. Ploeg-Bouman noemt dit bewoonde herinneringen. En die komen aan de oppervlakte als een status-quo doorbroken wordt en aanpassing en meebewegen vereist is.
De historisch gegroeide herinneringsculturen binnen de PKN zijn zowel geloofsvraagstukken als verandervraagstukken, ratio en emotie spelen allebei een rol. Een van de redenen waarom het fusieproces zo lang duurde is gelegen in het feit dat een transparante landelijke bestuurlijke aanpak ontbrak. Het theologische gesprek gaf onvoldoende sturing voor een gezamenlijk doel en daarnaast hadden jongeren geen enkele invloed en stem in dit proces. Hanna Ploeg-Bouwman wil met dit onderzoek nieuwe handelingsperspectieven bieden bij veranderingen in ideële organisaties waar diepgewortelde (geloofs-)overtuigingen het moeilijk maken om samen te werken. Het onderzoek levert tevens een wetenschappelijke bijdrage aan het begrip bewoonde herinnering in de veranderkunde.