2. Om een docent ‘met één been in de zorgpraktijk’ te kunnen opleiden en om een goede integratie van didactische, vakdidactische en vakinhoudelijke competenties te waarborgen, dient de aankomende dio – afhankelijk van de werksituatie op het moment van instromen – aan de voor die situatie betreffende instroomeisen te voldoen. Indien u werkzaam bent als zorgprofessional en als docent of opleider bij een zorgopleiding, kunt u het beste uitgaan van uw grootste aanstellingsomvang.
Indien u voor uw betreffende situatie niet aan onderstaande instroomeisen voldoet, kunt u contact opnemen met de opleidingscoördinator.
A. De aankomende dio is op het moment van instromen werkzaam als zorgprofessional èn kan bij het intakegesprek aantonen:
Op het gebied van de zorg:
- voor de duur van de opleiding werkzaam te zijn als professional in de gezondheidszorg op hbo-niveau voor minimaal 0,4 fte, in dienstverband bij een instelling of als zelfstandige.
OF
- te beschikken over een minimale werkervaring als zorgprofessional op hboniveau van (of gelijkwaardig aan) 2 jaar met een omvang van 0,4 fulltimeequivalent (fte),
- én voor de duur van de opleiding te beschikken over een geldige kwaliteitsregistratie in het kwaliteitsregister van de beroepsgroep.
Op het gebied van onderwijs:
Voor de duur van de opleiding te beschikken over een onderwijspraktijkplaats voor 0,1 fte bij een bachelor zorg- of welzijnsopleiding. Deze praktijkplaats biedt de dio de mogelijkheid om te werken aan alle praktijkopdrachten en competenties (zie bijlagen studiegids). Een hbo-bacheloropleiding verbonden aan een hogeschool is in ieder geval een geschikte stageplaats. Voor andere stageplaatsen (zoals een zorginnovatiecentrum of een opleiding verbonden aan een opleidingsinstituut van een ziekenhuis) geldt dat bij het intakegesprek wordt beoordeeld of deze plaats voldoet, of dat een aanvullende praktijkplaats nodig is. Bij voorkeur regelt de aankomende dio de praktijkplaats zelf (een geacquireerde praktijkplaats kan per e-mail worden bevestigd).
B. De aankomende dio is op het moment van instromen werkzaam als docent op een hbo-bacheloropleiding in de zorg, als lecturer practioner in een zorginnovatiecentrum, of als opleider bij een opleidingsinstituut van een ziekenhuis en kan bij het intakegesprek aantonen:
Op het gebied van de zorg:
- voor de duur van de opleiding werkzaam te zijn als professional in de gezondheidszorg op hbo-niveau voor minimaal 0,2 fte, in dienstverband bij een instelling of als zelfstandige of binnen de docent-aanstelling in een kliniek van de hogeschool,
- én voor de duur van de opleiding te beschikken over een geldige kwaliteitsregistratie in het kwaliteitsregister van de beroepsgroep.
OF
- te beschikken over een minimale werkervaring als zorgprofessional op hboniveau van (of gelijkwaardig aan) 2 jaar met een omvang van 0,4 fulltimeequivalent (fte),
- én voor de duur van de opleiding te beschikken over een geldige kwaliteitsregistratie in het kwaliteitsregister van de beroepsgroep.
Op het gebied van onderwijs:
voor de duur van de opleiding te beschikken over een onderwijspraktijk- plaats voor 0,1 fte bachelor zorg- of welzijnsopleiding. De werkplek kan als onderwijspraktijkplaats fungeren, mits deze werkplek de dio de ruimte biedt om te werken aan alle praktijkopdrachten en competenties (zie bijlagen studiegids). Een hbo-bacheloropleiding verbonden aan een hogeschool is in ieder geval een geschikte praktijkplaats. Voor andere werkplekken geldt dat bij het intakegesprek wordt beoordeeld of de werkplek voldoet, of dat een aanvullende praktijkplaats nodig is.