Mila en de Maanvis is een kinderboekje waarbij Mila op een dag een magische maanvis aantreft. Mila redt de slechthorende maanvis door hem terug de zee in te brengen. Als de maanvis haar vervolgens wil bedanken ontstaan er allerlei versprekingen en leert ze hoe ze het best kan communiceren met haar vriend. In het boekje staan tips over hoe je als klasgenoot ervoor kunt zorgen dat slechthorende kinderen je goed verstaan en begrijpen. “In een drukke klas mist een slechthorend kind soms wel 75 procent van wat er in de klas gezegd wordt,” zegt Coene. “We willen bewustwording creëren, taalwetenschappelijke kennis delen en tips geven hoe je hier als docent, ouder en klasgenoot mee om moet gaan.”
Op een speelse manier lezen kinderen dat je slechthorende klasgenootjes moet aankijken als je met ze praat. En dat je ze helpt door langzaam en duidelijk te praten. En deze kennis is hard nodig volgens de taalwetenschapper: “De afgelopen twintig jaar zijn er aanzienlijke technologische verbeteringen voor gehoorapparaten bijvoorbeeld. Maar uit onderzoek blijkt nog steeds dat er een kloof zit tussen horende en slechthorenden.”
Dit boek is bovendien een primeur: het is het eerste valorisatieproject vanuit het Centrum voor Taal en Ontwikkeling (CTO, Vrije Universiteit Amsterdam). Taalwetenschappers werken hier interdisciplinair samen met docenten, zorgprofessionals en ouders om kinderen bij te staan die om verschillende redenen moeite hebben met het leren van een taal. Vanuit de bredere missie om taalwetenschappelijke inzichten breed toegankelijk te maken, willen Coene en haar collega’s kinderboeken maken over dyslexie, taalontwikkelingsstoornissen en meertaligheid. “Ik was jarenlang een theoretische taalwetenschapper, maar ik voelde steeds sterker de behoefte om mijn onderzoek op een praktische manier te vertalen. Met deze boeken hoop ik niet alleen kennis te delen, maar ook echt bij te dragen aan een inclusieve leeromgeving waarin elk kind wordt gezien en gehoord.’”
Mila en de Maanvis
Het boekje wordt momenteel vertaald in het Frans, Chinees, Roemeens, Turks, en mogelijk ook in het Marokkaans-Arabisch. Taalwetenschapper Martine Coene bedacht zelf de tekst en tekende dit samen met een digitale illustrator.