In veel Europese steden bestaat een groot deel van de mensen die dakloos zijn uit burgers van andere EU-lidstaten. In Nederland hebben deze EU-burgers vaak geen toegang tot de reguliere daklozenopvang en vormen zij inmiddels de grootste groep buitenslapers.
Rechten van buitenslapers
EU-burgers hebben in beginsel het recht om te verblijven in andere lidstaten en daar gelijk behandeld te worden. Er bestaan echter ook voorwaarden en uitzonderingen. Aan de hand van wet- en regelgeving en Europese en Nederlandse rechtspraak gaat Kramer onderzoeken wanneer dakloze EU-burgers gelijke toegang zouden moeten hebben tot de daklozenondersteuning en welke waarborgen er bestaan tegen gedwongen uitzetting. Vervolgens geeft hij met vergelijkend empirisch onderzoek tussen Nederlandse en Europese steden antwoord op de vraag hoe lokale overheden in de praktijk omgaan met dakloze EU-burgers en wat voor gevolgen het EU-recht heeft voor de toegang tot en organisatie van daklozenondersteuning. Zijn uitkomsten zullen bijdragen aan de wetenschappelijke kennis over de normatieve inhoud van het EU-recht en de uitwerking van de (mogelijke) spanning tussen lokaal daklozenbeleid en de uitoefening van EU-burgerschapsrechten binnen de Europese Unie: hoe worden nieuwe grenzen getrokken?
Onduidelijkheid over belofte
Met de Verklaring van Lissabon (2021) beloofden de Europese Unie en de lidstaten om te werken aan het beëindigen van dakloosheid in 2030. Deze belofte vereist dat de groei in dakloze EU-burgers in veel Europese steden wordt omgekeerd. Momenteel bestaat er nog veel onduidelijkheid over de juridische positie van dakloze EU-burgers bij overheden, daklozenorganisaties en belangengroepen. Met zijn onderzoek zal Kramer de rechten van dakloze EU-burgers ophelderen en de verschillende reacties van lokale overheden verklaren.
Veni
De Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft aan Dion Kramer een Veni-financiering toegekend. Hij kan hiermee in de komende drie jaar zijn eigen onderzoek naar dak- en thuisloosheid binnen de Europese Unie verder ontwikkelen. Het NWO-Talentprogramma geeft onderzoekers de vrijheid om vanuit creativiteit en passie eigen onderzoek te doen. Zij ontvangen maximaal 320.000 euro. Het programma stimuleert vernieuwing en nieuwsgierigheid. Vrij onderzoek draagt bij aan en bereid ons voor op de maatschappij van morgen. Daarom zet NWO in op een diversiteit aan wetenschappers, domeinen en achtergronden. Veni maakt samen met de Vidi- en Vici-beurzen deel uit van het Talentprogramma.NWO selecteert onderzoekers op basis van de wetenschappelijke kwaliteit en het innovatieve karakter van het onderzoeksvoorstel, de wetenschappelijke en/of maatschappelijke impact van het voorgestelde project en de kwaliteit van de onderzoeker.