Aanleiding beleid pre-employment screening
Binnen de VU bleek er behoefte aan VU-breed, centraal beleid voor pre-employment screening van nieuwe medewerkers. Dit beleid heeft als doel sturing te geven aan de wijze waarop de VU wil omgaan met de screening van nieuwe kandidaten van buiten de VU en welke pre-employment screening methodes (diplomacheck, referentiecheck en/of VOG) moeten worden ingezet per UFO-profiel. Hiervoor is een risicomatrix screening UFO-profielen beschikbaar.
Voor functies die niet zijn opgenomen in de risicomatrix UFO-profielen, gelden mogelijk andere aanvullende screeningsmethodes. Bijvoorbeeld (para)medische beroepen die zijn opgenomen in het BIG-register, zoals een tandarts. Soms zijn er vanuit de beroepsvereniging al bepaalde eisen gesteld, waaronder het kunnen overleggen van een geldige VOG.
Mate van impact en risicomatrix
In welke mate pre-employment screening wordt ingezet bij het aannemen van kandidaten is afhankelijk van de functie die de nieuwe medewerker gaat uitvoeren. Niet voor iedere functie is een uitgebreide screening noodzakelijk.
Per UFO-profiel is in de risicomatrix bepaald welke screeningsinstrument minimaal toegepast moet worden. Daarbij wordt naar de risicogebieden gekeken zoals Justis die hanteert: informatie, geld, goederen, diensten, zakelijke transacties, proces, aansturen organisatie en personen.
De financiële impact hiervan en de mate waarin de medewerker werkt met gevoelige informatie (een hoge of lage bevoegdheid) bepaalt welk pre-employment screeningsinstrument moet worden ingezet.
Impact laag
- Impact Laag + Bevoegdheid Laag = Controleren relevante diploma's
- Impact Laag + Bevoegdheid Hoog = Controleren relevante diploma's + referentiecheck
Impact hoog
- Impact Hoog + Bevoegdheid Laag = Controleren relevante diploma's + referentiecheck
- Impact Hoog + Bevoegdheid Hoog = Controleren relevante diploma's + referentiecheck + VOG
Uitkomst pre-employment screening
Als blijkt dat de referentiecheck en/of het controleren van de diploma's niet positief is, dan wordt de kandidaat hier zo spoedig mogelijk van op de hoogte gesteld.
De gewenste situatie is dat de kandidaat een VOG (of Certificate of Conduct) kan overleggen vóór indiensttreding. Als de arbeidsovereenkomst is aangevangen terwijl er geen geldige VOG is overlegd, kan deze in de proeftijd worden beëindigd. Ook als de proeftijd reeds is verstreken, kan in overleg met de arbeidsjurist ontslag worden overwogen.
Op het moment dat de uitkomst van de screening niet positief is, neemt de leidinggevende direct contact op met de HR-adviseur. De medewerker wordt hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld.
Screeningsinstrumenten
Met (pre-)employment screening kunnen verschillende instrumenten worden ingezet om te verifiëren of een (nieuwe) medewerker “is wie die zegt dat die is“ en “kan wat die zegt”. Hiermee verkleinen we het risico op het aannemen van niet-integere mensen of mensen met een relevant strafblad.
In de meeste gevallen zullen deze screeningsinstrumenten worden ingezet als iemand in dienst komt, maar dit kan ook aan de orde zijn voor medewerkers die al in dienst zijn en een VOG door derden een voorwaarde is. Bijvoorbeeld in het kader van (wetenschappelijk) onderzoek, om te voldoen aan een keurmerk of wanneer een medewerker intern solliciteert op een vacature waarvoor een VOG vereist is.