Hechting speelt cruciale rol bij kinderpsychisch welzijn – maar sluit ons meetsysteem wel aan bij Zuid-Afrikaanse kinderen?
De Zuid-Afrikaanse onderzoeker Tanya van Aswegen onderzocht hoe kinderen omgaan met hechting, oftewel hoe veilig zij zich voelen bij belangrijke volwassenen in hun leven. Zij keek vooral naar hoe deze emotionele band invloed heeft op depressieve gevoelens bij kinderen – een onderwerp waar nog opvallend weinig over bekend is, vooral in lage- en middeninkomenslanden zoals Zuid-Afrika. Het blijkt dat veel bestaande onderzoeksinstrumenten die hechting meten, zijn ontwikkeld in westerse landen en zelden worden aangepast aan andere culturen. Daardoor sluiten deze meetmethodes vaak niet goed aan bij de belevingswereld van kinderen in bijvoorbeeld Zuid-Afrika.
In haar studie ontwikkelde Van Aswegen samen met haar collega’s een speciaal hulpmiddel: een verhalentaak waarmee kinderen via korte verhaaltjes laten zien hoe zij omgaan met situaties waarin ze steun of veiligheid zoeken. Deze taak heet de Middle Childhood Attachment Script Assessment en werd aangepast voor Zuid-Afrikaanse kinderen.
Dit leidde tot opvallende resultaten. De kinderen vertelden meestal hele korte verhaaltjes – zó kort dat ze vaak niet voldeden aan wat de test eigenlijk wil meten: een zogenaamd ‘secure base script’, oftewel het verhaal van een kind dat op een volwassene durft te vertrouwen als het bang of verdrietig is. Dit past bij eerder onderzoek waaruit ook bleek dat Zuid-Afrikaanse kinderen in zulke taken vaak weinig vertellen.
Volgens Van Aswegen kunnen daar meerdere oorzaken voor zijn. Misschien zijn deze veilige hechtingsverhalen nog niet ontwikkeld bij veel kinderen, of misschien maken ze simpelweg niet genoeg van zulke ervaringen mee om erover te vertellen. Het is ook mogelijk dat taal en cultuur een grote rol spelen – Zuid-Afrika heeft immers elf officiële talen en een rijke diversiteit aan opvoedstijlen.
Volgens Van Aswegen is dit hét moment om meer te investeren in het versterken van veilige relaties tussen kinderen en opvoeders, bijvoorbeeld via scholen of hulpverlening. En belangrijker nog: haar onderzoek laat zien dat we onze psychologische meetinstrumenten veel beter moeten afstemmen op de cultuur van het kind. Alleen dan kunnen we echt begrijpen wat kinderen nodig hebben – en hoe we ze het best kunnen helpen.
Het onderzoek van Van Aswegen opent de deur naar nieuw en cultureel gevoelig onderzoek dat kinderen wereldwijd kan helpen opgroeien met een gevoel van veiligheid, vertrouwen en veerkracht.
Meer informatie over het proefschrift