Nieuwe inzichten depressiebehandeling met kleine stroomstootjes
Neurowetenschapper Dore Loef onderzocht het werkingsmechanisme van elektroconversietherapie. (ECT). Haar onderzoek is erop gericht om de behandeling van depressie met ECT te personaliseren en te verbeteren. Dit kan bijdragen aan een weloverwogen gedeelde besluitvorming omtrent het al dan niet starten van ECT en destigmatisering van een soms zeer noodzakelijke behandeling.
Loef kwam tot de volgende inzichten wat betreft behandeling met ECT:
- Neuroplasticiteit (aanpassingsvermogen) in de hippocampus, een belangrijk hersengebied.
- Beïnvloeding van de balans tussen ontstekingswaarden en neurotrofines, stoffen die groei en herstel bevorderen.
- Cognitieve bijwerkingen op gebied van geheugen en executief functioneren op korte termijn. Na drie maanden wordt vaak een grote verbetering geconstateerd.
- De effectiviteit van ECT wordt voorspeld door factoren zoals hogere leeftijd, (genetische kwetsbaarheid voor) psychotische kenmerken, een kortere duur van de depressie en minder weerstand tegen medicatie.
- Daarnaast verschilt de sterkte van het elektrische veld in de hersenen door ECT per persoon door individuele factoren zoals schedeldikte, wat cognitieve bijwerkingen beïnvloed. Dit benadrukt de noodzaak om ECT beter op het individu af te stemmen.
Gerichtere behandeling
Volgens Loef helpt een beter begrip van het ECT-werkingsmechanisme en bewijs voor de veiligheid ervan om stigma te verminderen en de acceptatie te vergroten. Ook zijn gemakkelijk toegankelijke klinische voorspellers geïdentificeerd die de onzekerheid over ECT-resultaten kunnen verminderen en daarmee de klinische besluitvorming rond het wel of niet starten van ECT ondersteunen. Dit leidt mogelijk tot een persoonlijkere en gerichtere selectie van patiënten voor ECT. Daarnaast helpt kennis over cognitieve bijwerkingen bij betere voorlichting aan patiënten. Hoewel de meeste patiënten slechts kortdurende klachten ervaren, hebben sommigen langdurige problemen. Het is essentieel om dit goed te communiceren en passende begeleiding, zoals cognitieve strategietraining, te bieden. Verder zou het personaliseren van ECT parameters cognitieve bijwerkingen kunnen voorkomen. Ook doen we aanbevelingen voor cognitieve monitoring om patiënten optimaal te ondersteunen. Deze kennis kan op korte termijn al de behandelresultaten verbeteren en de toepassing van ECT in de praktijk verbeteren.
Onderzoeksmethoden
Loef gebruikte diverse methoden. In samenwerking met Nederlandse instellingen zette zij the Dutch ECT Consortium (DEC) op, bestaande uit klinische en onderzoekscohorten van academische ziekenhuizen, algemene ziekenhuizen en GGZ-instellingen, om een representatief beeld van de Nederlandse ECT-praktijk te krijgen. Daar kwamen in totaal 1892 patiënten met ernstige depressie uit. De grootte van de steekproef maakte het mogelijk voorspellingsmodellen te maken voor effectiviteit en cognitieve bijwerkingen.
Ook voerde Loef genetisch onderzoek uit, waarbij zij in het DNA van ECT-patiënten polygenetische kwetsbaarheden onderzocht die samenhangen met de effectiviteit. Voor het werkingsmechanisme analyseerde zij ook op celniveau de hersenen van patiënten die in de vijf jaar voor hun overlijden ECT ondergingen. Loef vergeleek dit met depressieve en gezonde controle donoren. Verder keek zij aan de hand van MRI-scans in de hersenen naar de elektrische veldsterkte, veroorzaakt door ECT en hoe dit samenhangt met effectiviteit en bijwerkingen.
Depressie komt veel voor
Depressie is één van de meest voorkomende psychische aandoeningen wereldwijd, behorend tot de psychiatrische en lichamelijke ziekten met de hoogste ziektelast voor patiënten, hun naasten en de samenleving als geheel. Ondanks dat antidepressiva en psychotherapie de standaardbehandelingen zijn, knapt één derde van de patiënten met depressie hier niet van op, wat leidt tot langdurig lijden en verhoogde sterftecijfers. ECT is één van de meest effectieve behandelingen voor depressie, maar het gebruik ervan is beperkt door stigma en een gebrek aan kennis.
Meer informatie over het proefschrift