Herziening van diagnostiek en verbetering van behandeling voor patiënten met posttraumatische stressstoornis en borderline persoonlijkheidsstoornis
Arts Aishah Snoek verbetert met haar onderzoek de behandelresultaten voor patiënten met een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en comorbide persoonlijkheidsstoornissen, met specifieke aandacht voor de borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS).
Haar bevindingen:
- Ten eerste kan een netwerkbenadering bij het in kaart brengen van comorbide PTSS en persoonlijkheidsstoornissen clinici helpen centrale symptomen te identificeren voor gerichte behandeling, wat mogelijk de symptoomverbetering versnelt. Ten tweede daagt meta-analyse de overtuiging uit dat comorbide persoonlijkheidsstoornissen PTSS verergeren of de uitvalpercentages verhogen. In plaats daarvan bleken trauma-gerichte behandelingen effectief en veilig voor deze patiënten.
- De bevindingen uit de RCT's tonen aan dat korte trauma-gerichte therapie net zo effectief is als gecombineerde trauma-gerichte en persoonlijkheidsstoornisbehandeling. Deze resultaten gelden echter voor patiënten met een primaire PTSS-diagnose en secundaire symptomen van persoonlijkheidsstoornissen. Patiënten met primaire persoonlijkheidsstoornissen kunnen nog steeds baat hebben bij persoonlijkheidsstoornisbehandeling, maar voor de meeste patiënten met een primaire PTSS-diagnose biedt het toevoegen van deze behandeling geen extra voordeel.
- Het verbeteren van behandeltrouw vereist psycho-educatie, sterke therapeutische allianties, sociale ondersteuning en duidelijke communicatie over de vereisten van gecombineerde behandelingen.
- Tot slot schiet een one-size-fits-all-benadering tekort bij het adequaat tegemoetkomen aan de diverse behoeften van patiënten met PTSS en comorbide BPS. Behandelresultaten kunnen worden geoptimaliseerd door een netwerkgebaseerde benadering te integreren naast het DSM-model, traditionele contra-indicaties te heroverwegen, de behandeling te starten met korte trauma-gerichte therapie en rekening te houden met factoren die de behandeltrouw kunnen beïnvloeden. Optimale zorg integreert wetenschappelijk bewijs, de expertise van de behandelaar en de voorkeuren van de patiënt, in lijn met de principes van evidence-based practice.