Jonge kinderen ontdekken taal in de natuur
Hoe kun je de taalontwikkeling van jonge kinderen stimuleren? Taalkundige Jannette Prins onderzocht of spelen in de natuur hierbij kan helpen. Haar promotieonderzoek laat zien dat een groene omgeving het taalgebruik van kinderen tussen de twee en zeven jaar verrijkt.
In het voor- en vroegschoolse onderwijs is de taalontwikkeling van kinderen essentieel om goed mee te kunnen doen in het onderwijs. Prins: “We hebben gekeken of spelen op een plek met veel natuur de taalontwikkeling kan ondersteunen en of dit een waardevolle aanvulling kan zijn in het onderwijs.” Natuurrijke plekken bevatten elementen zoals planten, dieren, insecten, en losse materialen zoals takken, stenen en zand. Dit kan een groen schoolplein zijn, een parkje of een natuurhoekje op een traditioneel speelterrein.
Prins onderzocht kinderen in de kinderopvang, peuterspeelzaal en de eerste jaren van de basisschool. De kinderen, tussen de twee en zeven jaar, speelden elk 10 minuten in twee verschillende omgevingen: een natuurrijke plek en een traditioneel, betegeld schoolplein. “De kinderen droegen een speelvestje met een voicerecorder die alles vastlegde wat ze zeiden,” legt Prins uit. “We hebben de opnames geanalyseerd en vergeleken, waarbij we keken naar zowel de hoeveelheid als de inhoud van hun taaluitingen.”
Spraakzamer
Uit Prins' onderzoek bleek dat kinderen in een natuurlijke omgeving veel spraakzamer zijn dan op een betegeld schoolplein. “De natuur is een rijke plek, met allemaal verschillende materialen, kleuren en vormen, waar spannende en ingewikkelde gebeurtenissen plaatsvinden. Kinderen spelen met de elementen in de natuur, ze spelen met takken, praten tegen slakken, en stellen vragen over wat ze zien en ervaren,” vertelt Prins. “Je hoort bijvoorbeeld uitspraken als: Is deze tak stevig genoeg om aan te hangen? Waar is de slak gebleven als alleen zijn huisje overblijft? Of Hoeveel kastanjes zitten er aan een tak? De natuur ondersteunt de gesprekken van de kinderen, en de rijkdom van de natuur hoor je terug in hun taaluitingen.”
Profiteren van de natuur
De natuur blijkt dus niet alleen een plek om te spelen, maar ook een ‘medetaalleraar’ die rijk taalgebruik uitlokt. En dat is belangrijk, benadrukt Prins: “Rijk taalgebruik ondersteunt de taalontwikkeling van kinderen. Daar kunnen professionals in de kinderopvang en leraren in het basisonderwijs gebruik van maken.” Vaak vindt taalonderwijs binnen plaats, met boeken, woordkaartjes en scripts. “Deze methoden zijn waardevol, maar er is nog meer mogelijk. Door buitenspelen in een natuurrijke omgeving, geef je de natuur de ruimte om mee te helpen.”
Om haar onderzoek in de praktijk te brengen, werkte Prins samen met vijf lerarenteams om manieren te vinden waarop de natuur kan bijdragen aan het taalonderwijs. Haar boodschap is duidelijk: “Buitenspelen doe je toch, dus waarom niet profiteren van de natuur als medetaalleraar?”
Meer informatie over het proefschrift