Verwikkeld in het veen: hoe behouden we ons veenland en drukken we veenafbraak de kop in?
Jim Boonman onderzocht of een veerkrachtige toekomst van de veenweiden mogelijk is en de effecten van vernatting van veenweiden met waterinfiltratiesystemen. Hij toont aan dat de waterinfiltratiesystemen (onder bepaalde voorwaarden en tot op zekere hoogte) (1) succesvol het grondwaterniveau verhogen, (2) de CO2 emissies uit veen substantieel verlagen en (3) de microbiële afbraakprocessen in de bodem beïnvloeden. Verder presenteert hij (1) de basis voor een nieuw, landelijk model om veenafbraak onder zuurstofrijke omstandigheden in te schatten, (2) een toegankelijke methode om microbiële afbraakprocessen in de bodem te meten, (3) een hoogwaardige dataset van CO2 fluxen uit veenweiden, bepaald met automatische fluxkamers, en (4) nieuwe relaties om deze jaarlijkse CO¬2 fluxen in te schatten op basis van gemiddelde grondwaterstanden.
Veenafbraak veroorzaakt bodemdaling en is verantwoordelijk voor hoge broeikasgasemissies. Wat kunnen we hieraan doen, en hoe ziet de toekomst van de veenweiden er uit? Oorspronkelijk wordt veen gevormd in natte omstandigheden, maar in Nederland zijn de veengebieden al honderden jaren ontwaterd door de mens en veelal in gebruik als veenweidepercelen. In ontwaterd veen met lagere grondwaterstanden is meer zuurstof beschikbaar, waardoor het veen vergaat. De hoge mate van veenafbraak heeft ervoor gezorgd dat de meeste veenweiden onder zeeniveau liggen, en nu nog steeds zakken. Daarnaast komen er grote hoeveelheden broeikasgasemissies vrij wanneer het veen afbreekt: in Nederland komt 3% van de CO2 emissies door veenafbraak. Door het veen te vernatten kunnen we veenafbraak verminderen. In dit proefschrift staan de effecten van vernatting van veenweiden met waterinfiltratiesystemen centraal. De focus ligt op hydrologie, CO2-uitstoot en microbiële bodemprocessen.
De effecten van vernatting van veenweiden met waterinfiltratiesystemen staan centraal in Boonmans proefschrift. De systemen bestaan uit ondergrondse drainbuizen, die slootwater naar het midden van een veenperceel transporteren in drogere perioden. Normaalgesproken kan het slootwater lastig in het midden van het perceel komen, omdat veen niet goed doorlatend is.
De resultaten van het onderzoek helpen bij de besluitvorming van provincies en waterschappen. De Nederlandse staat heeft in Het Klimaatakkoord besloten dat de CO2-emissies uit veengebieden met één megaton (25%) gereduceerd moet worden in 2030. Boonman toont in hoeverre de implementatie van waterinfiltratiesystemen bij kan dragen aan deze reductie. Deze resultaten zijn opgeschaald in het SOMERS emissieregistratiesysteem zodat het nu mogelijk is om voor alle veenweidegebieden in Nederland de emissies en (mogelijke) emissiereducties in kaart te brengen.
Meer informatie over het proefschrift