Met alleen het opstellen van een levenstestament ben je er nog niet
Een toenemend aantal mensen krijgt te maken met een situatie waarin ze door een ziekte als Alzheimer niet meer in staat zijn om zelf(standig) hun belangen te behartigen. Met een levenstestament kunnen mensen zelf voorzieningen treffen voor een dergelijke periode van wilsonbekwaamheid. Een ‘levenstestament’ omvat vaak de benoeming van een vertegenwoordiger voor financiële, medische en/of persoonlijke zaken. Daarnaast kunnen in een levenstestament wensen, voorkeuren en instructies worden opgenomen, gericht aan de vertegenwoordiger of aan een derde, zoals een arts. Het levenstestament heeft geen specifiek wettelijke regeling en er is nog weinig bekend over de verwachtingen en ervaringen met dit instrument en de problemen die zich in de praktijk kunnen voordoen. Rieneke Stelma-Roorda onderzocht zowel de wijze van regulering als de toepassing van het levenstestament in de praktijk. Ook onderzocht zij welke best practices in het buitenland mogelijk interessant zijn als oplossing voor de knelpunten in Nederland.
Het levenstestament is ontwikkeld door het notariaat waarbij gebruik is gemaakt van het wettelijke kader van de volmacht. Specifieke wetgeving op maat bleef uit, terwijl dergelijke wetgeving vanuit mensenrechtenperspectief wel van belang is. Het levenstestament wordt namelijk actief in een context waarin het voor de opsteller steeds moeilijker wordt om toezicht te houden op de uitvoering van het levenstestament. Dit vraagt om waarborgen gericht op het voorkomen van misbruik en wanbeheer en waarborgen gericht op het bevorderen van de autonomie van de meerderjarige. Naast wetgeving is aandacht voor het dynamische en duurzame karakter van het levenstestament van belang. Het levenstestament wordt vaak als het einde van een proces gezien, terwijl het eigenlijk het begin zou moeten zijn van een proces waarin de vertegenwoordigde en de vertegenwoordiger blijvend in gesprek gaan over de (veranderende) waarden, wensen en voorkeuren van de meerderjarige en de verwachtingen die beiden hebben m.b.t. de rol van de vertegenwoordiger.
De resultaten van Stelma-Roorda’s onderzoek zijn belangrijk voor de wetgever, notarissen, de rechtspraak, maar vooral voor mensen die een levenstestament maken en vertegenwoordigers. Steeds meer mensen zullen in de toekomst te maken krijgen met ziektes als Alzheimer. Daarnaast zullen door de afbrokkeling van het welzijnsstelsel steeds meer mensen geconfronteerd worden met de vraag om juridische ondersteuning te bieden aan dierbaren. Het levenstestament kan in deze context een belangrijke ondersteunende rol spelen. Daarvoor is het wel belangrijk dat het levenstestament geen eenmalige handeling is, maar de start van een proces waarin opsteller en vertegenwoordiger met elkaar in gesprek gaan over de toekomst. Mensen zijn zich vaak niet bewust van het belang of vinden het moeilijk om dergelijke gesprekken aan te gaan. Daar ligt een taak voor ons als samenleving als geheel. Hoe motiveren wij elkaar om het gesprek aan te gaan over een toekomst waar we misschien liever niet over nadenken?
Meer informatie over het proefschrift