Belang historische kennis voor inrichting Nederland
Na de Tweede Wereldoorlog werd Nederland in hoog tempo gemoderniseerd. Steden werden uitgebreid met woonwijken en bedrijventerreinen; de centra werden aangepast aan massaal autoverkeer. Het platteland werd ingericht voor grootschalige, gemechaniseerde landbouw. De relevantie van historische kennis voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland staat centraal in de oratie van hoogleraar Stad, landschap en erfgoed Jaap Evert Abrahamse.
Tabula rasa
Abrahamse: “Aan de basis hiervan lagen modernistische ideeën: de scheiding van wonen, werken, verkeer en recreatie, maar ook de tabula rasa: het uitwissen van het bestaande landschap om een leeg vlak te creëren voor nieuwe ontwikkelingen. Die aanpak is vastgelegd in regelgeving en gemeengoed geworden.”
Vanaf de jaren ’70 stuitte de vernieuwing van binnensteden op steeds meer tegenstand. Sinds die tijd wordt historisch onderzoek ingezet in de stadsplanning, vooral in binnensteden. In plaats van het vervangen van de historische stad beoogde men erop voort te bouwen. Buiten de stad is de modernistische methode nog staande praktijk. “Functiescheiding en tabula rasa spelen bij stadsuitbreiding en landinrichting een grote rol, maar het zijn oplossingen voor problemen die een eeuw geleden speelden”, stelt Abrahamse. “De vraag is nu: kunnen we ook buiten de (binnen)steden voortbouwen op bestaande structuren, en welke kennis hebben we daarbij nodig?”
De leerstoel is ingesteld in samenwerking met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE).