Het valt hoogleraar en historicus Rob van der Laarse op dat deze 'eeuw van de kampen' in elk land nog steeds vooral binnen nationale kaders wordt bestudeerd en herdacht. Maar ook al lijkt dit duistere verleden nu een vreemd land, juist in onze tijd van Europese eenwording beginnen oude tegenstellingen als een veenbrand weer de kop op te steken. De laatste decennia is er daarom meer aandacht voor het vaak betwiste erfgoed van de herinneringskampen en hun omgang met het beladen verleden.
In zijn afscheidsrede gaat hij in op een aantal vraagstukken waar onderzoekers de afgelopen jaren mee te maken hebben gehad bij opgravingen, de museale representatie van slachtoffers en daders, en de politisering van het verleden. Als antwoord op de complexe relatie tussen erfgoed, zuiverheid en identiteit verdedigt hij een transnationaal herinneringsperspectief op de vele historische conflicten die, zonder interactie met de 'tegenstander', nog tot ver in de toekomst kunnen smeulen onder de oppervlakte van het Europese geheugen.
Rob van der Laarse is sinds 1992 historicus en cultuurwetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij een van de grondleggers was van het vakgebied erfgoed- en herinneringsstudies. Sinds 2010 bekleedt hij ook de VU-UvA Westerbork-leerstoel Erfgoed en herinnering aan conflict en oorlog als hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Samen met Herinneringscentrum Kamp Westerbork en andere musea en herinneringscentra, overheidsinstellingen en nationale en internationale collega's richtte hij zich in onderzoeksprojecten, educatie en publicaties op de historische achtergrond, het materiële erfgoed en de herinnering aan Europese plaatsen van terreur. Zijn interesse ging vooral uit naar de rol van herinneringskampen als erfenis van twintigste-eeuwse wereldoorlogen, de Holocaust, het stalinisme en de dekolonisatie.