Transplantaten en implantaten voor mondkankerpatiënten
Johannes Lodders onderzocht de uitkomsten van vrij gevasculariseerde weefseltransplantaten en tandwortelimplantaten voor de reconstructie van patiënten die behandeld zijn voor mondkanker.
Na chirurgische behandeling van mondkanker kunnen weefsels verloren gaan, zoals huid, slijmvlies en kaakbot met of zonder tanden en kiezen. Deze weefsels zijn belangrijk voor functies, zoals kauwen, spreken, slikken en het uiterlijk. Om deze functies te optimaliseren kan een stuk huid of bot worden gebruikt van een ander lichaamsdeel om de genoemde verloren weefsels in en rondom de mond op te bouwen. Hiervoor kan bijvoorbeeld weefsel van de onderarm of het kuitbeen worden gebruikt. De bloedvaten van deze zogenaamde vrij gevasculariseerde weefseltransplantaten worden losgemaakt en vervolgens opnieuw aangesloten in de hals.
Door de complexiteit van deze operaties en patiënteigenschappen krijgt helaas een aanzienlijk deel van de patiënten problemen na deze hersteloperaties, zoals infecties, bloedingen of falen van het getransplanteerde weefsel. Er zijn enkele factoren die kunnen voorspellen of iemand meer kans heeft op deze problemen (complicaties), maar deze zijn echter moeilijk te beïnvloeden voordat de operatie plaatsvindt.
Voor sommige patiënten is het nodig om na een operatie de onder- of bovenkaak te herstellen met een bottransplantaat uit het kuitbeen. Om het kauwen, spreken, slikken en het uiterlijk van deze patiënten verder te optimaliseren kan een dentale rehabilitatie gewenst zijn. Dit betekent dat patiënten tandwortelimplantaten krijgen om kunsttanden te kunnen dragen. Deze behandeling wordt meestal succesvol afgerond met een acceptabele overleving van de tandwortelimplantaten. Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat patiënten met een dentale rehabilitatie na een kaakreconstructie niet altijd duidelijk een betere kwaliteit van leven ervaren dan mensen zonder deze behandeling.
Meer informatie over het proefschrift