De voormalig hoogleraar van de VU is eigenlijk een eeuwige student. Altijd nieuwsgierig naar wat hij niet begrijpt, boort Peter Nijkamp steeds nieuwe onderwerpen van onderzoek aan. Die groeien dan vaak uit tot een bloeiend wetenschapsterrein, waarna de topeconoom zijn blik weer op iets anders richt.
Peter Nijkamp (1946) zou graag weer student willen zijn. Rechten, biologie, of geschiedenis misschien. Je zou zeggen dat hij zo’n beetje het tegenovergestelde is: als eerste universiteitshoogleraar op de Vrije Universiteit is de ruimtelijk econoom juist de top van de piramide. Hij heeft meer vrijheid dan gewone hoogleraren, extra geld voor onderzoek en vrijstelling van bestuurswerk en onderwijsverplichtingen.
Ergens ís Nijkamp in deze positie wel een beetje een student. Eentje die altijd hard gewerkt heeft omdat het allemaal zo interessant was, en nu studietijd over heeft om in te vullen naar keuze. Mooi voor iemand met een brede belangstelling als hij. Door zijn reputatie weet iedereen hem te vinden met boeiende klussen. “Per dag komen er onvoorstelbaar veel dingen langs. Ik kan snel schakelen. Ik ben een workaholic, maar op een breed terrein van wetenschap en beleid, en ik vind mijn werk het mooiste wat er is.” Hij heeft maar weinig slaap nodig, is ’s morgens vaak als eerste binnen en als ’s avonds iedereen weg is, denkt hij: jammer, ik moet weer gaan.