Na de hbo-opleiding fysiotherapie ging Jeroen Pisart aan de slag als fysiotherapeut, maar hij wilde meer. Veel specialisaties binnen de fysiotherapie zijn gericht op een bepaalde vaardigheid, maar Jeroen wilde zich meer verdiepen in het fundament van fysiotherapie. Zo kwam hij uit bij de master Musculoskeletal Physiotherapy Sciences aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
De combinatie tussen theorie en toegepaste vakken bij MPS, met ruimte voor experimenteel onderzoek, sprak hem aan. Jeroen: “Je gaat wetenschappelijk onderzoek uitvoeren, je stelt een hypothese op die je vervolgens bewijst of ontkracht. Je leert kritisch denken en komt erachter dat wetenschap niet altijd zwart-wit is.”
De bewegingsanalyses die je bij Musculoskeletal Physiotherapy Sciences uitvoert zijn een goed voorbeeld van het toepassen van de wetenschap, vertelt Jeroen. “Eerst leer je hoe iets werkt, daarna pas je het toe, zodat je echt begrijpt wat je doet.” Daarbij was er goede begeleiding van de docenten aan de opleiding: “Er lopen docenten rond met hele specialistische kennis, die heel benaderbaar zijn voor studenten met vragen over de wetenschap.”
Nu werkt Jeroen bij een revalidatiecentrum waar hij werkt met mensen die revalideren na hartfalen. Hij stelt programma’s op, bakent doelen af en begeleidt de patiënten bij het bereiken van hun doelen. Daarnaast schrijft Jeroen mee aan protocollen binnen de organisatie, doet literatuuronderzoek, denkt mee over nieuwe programma’s en is onderdeel van de expertgroep hartrevalidatie.
De master Musculoskeletal Physiotherapy Sciences is volgens Jeroen geschikt voor studenten die nieuwsgierig zijn en de theorie achter de praktijk willen begrijpen. “Als je niet alleen wil uitvoeren, maar ook de waarom-vraag stelt.” En, benadrukt Jeroen: “Het is een studie voor mensen die zichzelf willen verbeteren in het vak, maar ook het vak willen verbeteren in het geheel.”
Naast de docenten en de stof, zijn ook je medestudenten een bron van kennis, tipt Jeroen. “Er zijn internationale studenten met verschillende zienswijzen en achtergronden. Zij hebben misschien andere manieren van omgaan met vraagstukken en problemen. Leer ook van elkaar.”