Opnieuw bijspijkeren
Ik begon direct met mijn stage. Na drie weken observeren achter in de klas, was ik zelf aan de beurt. Het was zeker in het begin nog zoeken hoe ik iets didactisch juist aanpak. Na een korte introductie ben ik de inhoud ingedoken. Dat was ook gelijk een tweede uitdaging: na 15 jaar was de materie wel een beetje weggezakt. Ik heb mijn kennis over Geschiedenis dus ook gelijk afgestoft. Als je voor een groep pubers staat, is het fijn dat je lekker in de stof zit en vragen kunt beantwoorden.
In hoog tempo
Het fundament van de lerarenopleiding bestaat uit de vakken algemene didactiek en vakdidactiek. Dat zit allemaal goed in elkaar. Je behandelt alles kort, het tempo ligt hoog. Gelukkig kun je altijd terecht bij je mentor. Ik heb het contact met de docenten en met mijn medestudenten als heel plezierig en leuk ervaren. De sfeer is gemoedelijk en ook al was ik een stuk ouder dan de gemiddelde student, ik voelde me gelijk op mijn plek.
Het leuk maken voor pubers
Tijdens de opleiding had ik een aantal keer een eye-opener. Zo ontdekte ik bijvoorbeeld wat je allemaal met tekst kunt doen in de les en hoe je dat levendig maakt. Juist de afwisseling tussen wat meer interactieve dingen en bijvoorbeeld een mooi verhaal maken het leuk voor de leerlingen. Het puberbrein vind ik heel interessant. Hoe zorg je als docent dat leerlingen ook iets onthouden van wat je vertelt? Ik hoop dat wat ik doe tot de verbeelding speekt en hen soms inspireert.
Nog leren zwemmen
Op dit moment combineer ik het lesgeven met mijn carrière als piloot. Ik sta twee vaste dagen voor de klas en vlieg daarnaast iedere maand een aantal keer. Ik gun mezelf een aantal jaar om op het niveau te komen dat iedere docent zou moeten hebben. Volgens mij blijf je jezelf in dit vak ook continu verbeteren. Ik probeer in ieder geval elke les weer iets nieuws. En eerlijk is eerlijk: ik pak de boeken van de lerarenopleiding er nog steeds wel eens bij. Ik ga dan niet meer kopje onder, maar zwemmen kan ik ook nog niet.