Momenteel voeren wij een studie uit naar factoren waar lage rugpijn patiënten waarde aan hechten als ze voor spinale manipulatieve therapie (SMT) kiezen. SMT is een van de vele niet-medicamenteuze benaderingen die kunnen worden gebruikt om acute en chronische lage rugpijn te behandelen. Het wordt o.a. uitgevoerd door chiropractoren, osteopaten en manueel therapeuten. Uit eerder kwalitatief onderzoek is gebleken dat veel mensen niet bekend zijn met SMT ondanks dat het wordt aanbevolen in verschillende nationale, internationale, multi- en monodisciplinaire richtlijnen
Als men dan toch de keuze maakt voor SMT, wat vinden mensen dan het belangrijkst? Snelle pijnverlichting? Compleet pijnvrij kunnen bewegen? De risico’s? Of toch de kosten?
Dit willen we vaststellen d.m.v. een zogeheten discrete choice experiment. Dat houdt in, we gaan onderzoeken hoe zwaar verschillende factoren meewegen in de keuze voor SMT voor lage rugpijn. Deze verschillende factoren moeten we eerst vaststellen; daarvoor voeren we samen met BSc gezondheidswetenschappen studenten een kwalitatief onderzoek uit waarin ze behandelaars en patiënten ondervragen over deze factoren.
Zodra deze factoren zijn vastgesteld, gaan we testen in hoeverre deze factoren effect hebben op de keuze. Om dit te kunnen verwezenlijken zetten we een enquête uit onder mensen met lage rugpijn die bestaat uit verschillende choice sets. In een choice set maakt een respondent een keuze tussen twee behandelingen met verschillende karakteristieken of kiest voor de opt-out keuze ‘geen behandeling’. De twee hypothetische behandelingen verschillen in de factoren die tijdens de interviews zijn vastgesteld. Bijvoorbeeld behandeling A heeft effect binnen 10 dagen, resulteert in 40% vermindering van pijn, gaat gepaard met weinig risico (e.g. 1 in de 1.000 patiënten kan tijdelijke verergering van klachten ervaren) en is betaalbaar (100 euro). Te vergelijken: Behandeling B heeft pas effect na 4 weken, resulteert in een grotere vermindering van de pijn (e.g. 85%), de risico’s zijn klein maar serieus (1 in de 100.000 patiënten kan door de behandeling een rughernia krijgen), maar iets duurder (150 euro).
Door een aantal van deze choice sets aan een aantal respondenten voor te leggen kunnen we berekenen hoeveel de ene factor t.o.v. de andere weegt. Bijvoorbeeld als er 10% meer vermindering van de klachten is, dan mogen de kosten 10 euro hoger zijn. Of als het effect dubbel zo snel optreedt, dan mogen de risico’s 20% meer zijn.
Met deze informatie kunnen zorgverleners, zoals chiropractoren, osteopaten en manueel therapeuten, hun behandelingen beter laten aansluiten aan de wensen en verwachtingen van hun lage rugpijn patiënten, wat ook tot betere resultaten van de behandeling kan leiden.
Er wordt vaak onderzoek gedaan naar de effectiviteit van behandelingen, hierbij wordt dan vastgesteld of een behandeling effectief is naar aanleiding van de hoeveelheid verbetering in symptomen. Maar zonder te weten wat mensen als effectief beschouwen, kunnen we dit eigenlijk niet goed beoordelen. Met de resultaten van dit onderzoek kunnen wij naast een oordeel vellen of een SMT behandeling door een patiënt als effectief wordt beschouwd ook o.a. bepalen welke factoren patiënten waarderen en het relatieve effect t.o.v. de verschillende factoren berekenen.