Dat betekent onder meer dat je na afloop adequate analyses kunt maken van complexe onderwijskundige vraagstukken, leiding kunt geven aan de ontwikkeling en invoering van onderwijsinnovaties, een omgeving kunt (helpen) scheppen waarin studenten en docenten floreren, constructief kunt communiceren met alle betrokkenen bij het onderwijs en kunt reflecteren op je eigen perspectief en functioneren als onderwijskundig leider.
Voor wie?
Deelnemers aan de Leergang verkeren in de positie om invloed uit te oefenen op facultair niveau. Dat betekent dat zij verantwoordelijkheid dragen voor een opleiding of een groter geheel binnen een faculteit. Concreet gaat het om opleidingsdirecteuren, onderwijs-portefeuillehouders, afdelingshoofden of om docenten die naar zo´n positie kunnen toegroeien.
De leergang bouwt voort op de Senior Kwalificatie Onderwijs (SKO). Deze kwalificatie of aantoonbaar functioneren op SKO-niveau vormt dan ook een van de toelatingsvoorwaarden voor het traject. Deelname vindt plaats op voordracht van de portefeuillehouder onderwijs van de faculteit. Als je als portefeuillehouder onderwijs voorgedragen wilt worden, dan dient dit te gebeuren door de decaan.