De doorstroomproblemen worden mede veroorzaakt door lange wachttijden voor verpleeghuizen, die het zorgsysteem 'stroomopwaarts’ onder druk zetten. Momenteel worden de wachtlijsten voor verpleeghuizen door de instellingen zelf beheerd, zonder centrale coördinatie.
Kortere wachttijden
Bij centrale aansturing moet je kiezen welke patiënt prioriteit heeft, gebaseerd op factoren als wachttijd en voorkeur voor een bepaald verpleeghuis. Arntzen ontwikkelde een wiskundige methode die berekent welke persoon het beste kan worden gematcht met een beschikbaar bed.
Met behulp van een computersimulatie bootste ze de processen in de ouderenzorg na en simuleerde ze alternatieven. Ook gebruikte ze microdata van het Centraal Bureau voor de Statistiek, en nam ze interviews en enquêtes af. De resultaten van de simulatiestudie laten zien dat het mogelijk is de capaciteit optimaal te benutten, wachttijden te verkorten en tegelijkertijd tegemoet te komen aan de wensen van de ouderen.
Rij in de supermarkt
Volgens Arntzen zou het voor de langdurige zorg daarom beter zijn om wachtrijen centraal te beheren. ‘De huidige situatie kun je vergelijken met een supermarkt waar je in een langzame rij blijft staan', legt ze uit. ‘Dat terwijl andere rijen sneller gaan, zonder dat je kunt overstappen. Dit gebeurt ook bij verpleeghuizen, alleen is het minder zichtbaar. Door de wachtlijsten te centraliseren krijgen we meer grip op de wachttijden en flexibiliteit in plaatsing, zoals met een toewijzingsmodel.’
Als het gaat om kortdurende zorg, is er volgens Arntzen niet altijd een tekort aan bedden, maar vaak aan opnamemogelijkheden. ‘Inzetten op goede opnamemogelijkheden voorkomt veel ongewenste, dure ziekenhuisopnames, waarbij ouderen vaak onnodig achteruitgaan. Deze verbeteringen maken de zorg efficiënter én menselijker.’
Arntzen verdedigt haar promotieonderzoek op 12 februari.