Ilgin werd geïnterviewd door Jessica Maas voor Parool, lees hier het artikel:
“Politiek is niet iets waar je in Nederland dagelijks mee bezig bent. In Turkije wel, of je nu wilt of niet,” zegt Ilgin Demirkir vanuit haar ouderlijk huis in Istanboel. Eind maart 2025 liep ze in de Turkse stad mee – met spandoek en fluitje – in de grote demonstratie, georganiseerd door de centrumlinkse CHP, de grootste oppositiepartij. Honderdduizenden mensen kwamen op het protest af.
De arrestatie op 19 maart van Ekrem Imamoglu, de populaire burgemeester van Istanboel, leidde tot grote onrust in het land. Imamoglu geldt als de grootste rivaal van president Erdogan en stond op het punt aangewezen te worden als kandidaat van de CHP in de presidentsverkiezingen van 2028. Na zijn arrestatie is hij alsnog symbolisch tot presidentskandidaat uitgeroepen.
Behalve dat Imamoglu door Erdogan wordt beschuldigd van corruptie, is ook zijn universiteitsdiploma – nodig om aan de verkiezingen deel te kunnen nemen – ongeldig verklaard. Voor veel Turken was dit de druppel: ze gingen in verschillende grote steden de straat op. De protesten zijn de grootste in tien jaar tijd. De politie trad hard op – meer dan tweeduizend mensen, onder wie veel studenten, zijn opgepakt.
Waarom wilde je juist nu terug naar Turkije?
“Voor mijn gevoel had ik geen andere keuze. Ik kon niet in Amsterdam blijven terwijl mijn vrienden en familie hier alles riskeren. Ik voel me al zo bevoorrecht dat ik de kans heb om in het buitenland te studeren. Een goede vriend vertelde hoe agressief de politie al vanaf de eerste dag van de protesten is. Traangas wordt op een paar centimeter afstand bij mensen in hun gezicht gespoten. Vrienden hebben klappen gekregen, zitten onder de blauwe plekken door de plastic kogels. Een andere vriend werd ingesloten door de politie.”
Je hebt zelf ook meegedaan aan de protesten.
“Ik heb me donderdag met vrienden bij een kleiner protest aangesloten en ik was zaterdag bij de grote demonstratie in Maltepe, aan de Aziatische kant van Istanboel. Het was zo druk, de mensen bleven maar komen. Volgens de CHP waren er 2,2 miljoen mensen. De onderlinge solidariteit was geweldig. Links, rechts, oud en jong stonden naast elkaar, in protest tegen het autoritaire regime, tegen de afbraak van onze democratie.”
“Heel veel mensen zijn het zat. De politiek, de economische situatie – de enorme inflatie, het minimumloon dat onvoldoende is om de huur te betalen, de wijdverspreide vriendjespolitiek. Kritische stemmen belanden in de gevangenis. Het is een protest voor de vrijheid van meningsuiting. Sommige demonstranten hadden een Pikachu bij zich – vorige week ging namelijk een filmpje viraal omdat een demonstrant in een Pikachukostuum moest rennen voor de politie. Het Turkse verzet zit altijd vol humor.”
Was je bang?
“Nee, de sfeer was niet zo gespannen als bij de andere protesten vorige week. Er was wel een grote politiemacht op de been, met pantserwagens en traangaskanonnen. Mijn vrienden en ik zijn wel drie keer gecontroleerd. We moesten onze tas en spandoeken laten zien. Maar het bleef rustig omdat dit een officiële demonstratie was.”
“Tegen de spontane protesten, die veelal door studenten worden georganiseerd, wordt harder opgetreden. Studenten bedekken hun gezichten tijdens die protesten, want ze worden nu actief opgespoord door de politie en thuis opgepakt. We hebben het over jongeren van 18, 19 jaar. De beelden doen ons denken aan de Geziparkprotesten van 2013: een lokaal protest tegen de bouwplannen in dat park groeide toen uit tot een nationaal protest. Ik was toen nog heel jong, maar ik herinner me de beelden van die tijd nog wel. Vrienden van onze familie zijn destijds ook gewond geraakt.”
Je hebt in Amsterdam ook geprotesteerd, op 22 maart stond je op de Dam. Was dat niet voldoende?
“Dat was ook bijzonder, ik was trots op alle Turkse mensen daar. ‘Van Amsterdam tot Taksim, overal verzet’, stond op mijn spandoek. Een Turkse vrouw werd heel boos en begon naar de demonstranten te schreeuwen. Volgens haar waren het allemaal leugens. Veel Turken die lang in Nederland wonen steunen de AKP, de partij van Erdogan. Maar zij weten niet hoe de situatie in Turkije echt is. Ze verdienen hier lekker in euro’s en geven daar hun lira’s uit.”
“Het protest in Amsterdam maakte me ook verdrietig. Wij, Turken in het buitenland, hebben dit recht wél? Ik zag hoe kalm de Nederlandse politie optrad en zorgde dat iedereen veilig was. We konden onze slogans scanderen, protestliederen zingen. Maar wat heeft het voor zin? dacht ik later. ’s Avonds hoorde ik weer over de protesten in Istanboel, over de arrestaties van studenten, van journalisten en fotografen. Toen besloot ik om naar Istanboel te gaan. Ik kon niet anders. Stel dat door de protesten de noodtoestand wordt uitgeroepen en ik zit hier in Amsterdam?”
Hoe reageren vrienden in Nederland wanneer je over de situatie in Turkije vertelt?
“Ik weet niet of zij het echt kunnen begrijpen. In elk gesprek met mijn Turkse vrienden en familie gaat het over de politiek, over de situatie in het land. Dat was al op de basisschool zo. Ik weet niet beter. Toen ik zeven was kwam ik met moeder en tante in een protest terecht. De politie greep in, met traangas. Ik weet nog hoeveel pijn mijn ogen deden. Mijn tante heeft snel citroenen gehaald, dat hielp.”
“Ik ben in 2023 naar Amsterdam gekomen om hier politieke wetenschappen te studeren. Amsterdam bevalt heel goed, al die culturen. Al snel merkte ik dat Nederlanders veel meer genieten van kleine dingen. Nu ik er wat langer woon, zie ik het verschil met Turkije nog scherper. Mensen hier kunnen zijn wie ze willen zijn, voelen zich vrij om hun mening te geven. Dat heeft toch alles met de politiek te maken. De basale mensenrechten zijn hier gegarandeerd, de rechtsstaat, de economie is stabiel.”
“In Turkije is iedereen bezig met overleven, en dat zorgt voor heel veel stress. Die stress ben ik nog steeds niet kwijt. We houden altijd rekening met het ergste scenario. Veel jonge mensen die de kans hebben, vertrekken. Ze zien geen toekomst meer in Turkije.”
“Vrienden van mij in Amsterdam vinden het dapper dat ik naar huis ging om te protesteren, maar dat vind ik niet het goede woord. Ik ben niet dapper, we moeten ons blijven verzetten. Ons niet bang laten maken. Ik denk niet dat dit protest in Turkije zich zomaar laat stoppen. De grote aantallen mensen die nu de straat op gaan, geven me hoop.”
En je ouders? Wat vinden zij?
“Zij zijn blij dat ik weer even thuis ben. Dinsdag vlieg ik weer terug naar Amsterdam. Maar ze maken zich veel zorgen over het land. Ik kom uit een seculiere, democratische familie. Mijn vader komt uit een klein dorp, hij heeft z’n hele leven hard gewerkt om mij te laten studeren. Ik ben de eerste in onze familie die naar de universiteit gaat.”
“Mijn ouders zijn strijdbaar, maar ik wil niet dat zij nu naar buiten gaan. Mijn moeder heeft last van haar longen, traangas zou heel gevaarlijk zijn, en mijn vader heeft hartproblemen. ‘Laat het protesteren aan mij over,’ heb ik gezegd. Daarom werk ik graag mee aan dit interview, ik wil graag mijn mening geven; dat voelt als mijn plicht.”
“Mensen in Europa denken misschien dat het allemaal radicale of nationalistische Turken zijn die nu de straat opgaan, maar dat is niet zo. Wereldwijd zien we een enorme groei aan autoritaire regimes – in Turkije, in Hongarije, in de VS. In Nederland is Wilders gekozen. Mensen moeten alert blijven, de democratie bewaken en vooral hun stem laten horen.”
Bijschrift foto: Ilgin Demirkir, met fluitje aan haar mond, loopt met honderdduizenden mensen mee in de demonstratie in Maltepe, aan de Aziatische kant van Istanboel.
Foto: Bradley Secker (Parool)
Tekst: Jessica Maas voor Parool