Deze gedeelde frustratie, gevoed door racisme, discriminatie en uiteenlopende verwachtingen, legde de basis voor het hardnekkige beeld van falend armoedebeleid dat tot op de dag van vandaag invloed heeft. Dit blijkt uit onderzoek van historicus Heleen Blommers.
Brede kritiek
Blommers: “De meeste historici schrijven het idee van mislukking toe aan conservatieve politici die veel weerstand hadden tegen de War on Poverty, omdat het programma ook mensen hielp die eerder werden buitengesloten van overheidshulp, zoals Afro-Amerikanen. De kritiek en frustratie was echter veel breder."
Rassenrellen
Blommers toont aan dat mensen die zich inzetten voor het programma en armen zelf eveneens ontevreden waren Blommers: “Tussen deze groepen ontstond frictie omdat ze ieder hun eigen ideeën hadden over de uitvoering. Racisme, discriminatie en vooroordelen over armoede vormden een belangrijke basis voor deze ideeën. Grote rassenrellen en de 'ontdekking' van honger in 1967 lieten de frustratie van armen zien. Tegelijkertijd versterkten de rellen het idee dat armen lui en crimineel waren. Richard Nixon hervormde de War on Poverty en speelde in op de ideeën dat sommige armen het niet verdienden om geholpen te worden. In deze jaren raakte het idee van mislukking sterk geworteld.
Undeserving poor
De War on Poverty vond plaats in een periode waarin het draagvlak voor de welvaartsstaat in de VS afnam. Nog steeds is er veel armoede in het land en is publieke steun voor overheidssteun aan armen relatief klein, ook onder Democraten. Blommers: “Er was bijvoorbeeld veel weerstand tegen de Affordable Care Act van Obama. Daarnaast wordt Bernie Sanders, ondanks zijn toenemende populariteit, als radicaal bestempeld vanwege zijn ideeën over de welvaartsstaat. Het idee dat sommige armen “undeserving” zijn is hierin bepalend.
Hoorzittingen
Blommers onderzocht archieven in Austin, Washington, D.C., Baltimore, Detroit, Atlanta en Kentucky. Ze bekeek correspondentie tussen politici en beleidsmakers, rapporten en onderzoeken over het programma, archieven van burgerrechtenorganisaties en van de lokale armoedeprojecten.
Ze las ook oude krantenartikelen en transcripties van politieke hoorzittingen over de War on Poverty. Blommers: “Zo heb ik onderzocht hoe het programma werd uitgevoerd in Georgia, Baltimore en Kentucky. Wie wat vond en waarom en in hoeverre lokale kritiek terug te vinden was in nationale debatten over het programma.”
Perspectief
Blommers zocht ook naar ideeën van de armen zelf: “Hun perspectief is vaak niet goed bewaard gebleven en blijft vaak onderbelicht in historisch onderzoek. Via transcripties van publieke hoorzittingen en briefwisselingen in de archieven heb ik toch ook hun perspectief kunnen meenemen.”
Toeslagenaffaire
Blommers onderzoek laat zien hoe racisme, discriminatie en vooroordelen over armen de Amerikaanse welvaartsstaat hebben beïnvloed. Volgens haar kunnen we ook in Nederland lessen trekken uit het onderzoek: ” het laat zien hoe ideeën over mensen die overheidssteun ontvangen bepalend zijn in draagvlak voor en uitvoering van beleid, zoals in de toeslagenaffaire. Hierin speelde de publieke roep om strenge handhaving, de samenstelling van de doelgroep en discriminatie in de uitvoering een rol.”