“Functioneel analfabeten kunnen lezen en schrijven, ze volgen gewoon onderwijs,” zegt organisatiewetenschapper Hille Bruns. “Alleen het lukt hun bijvoorbeeld niet meer om een krant te lezen of een handleiding te begrijpen. Het gaat dus niet om analfabetisme in de klassieke zin, maar om jongeren die onvoldoende vaardig zijn om informatie uit langere of complexere teksten te halen.”
Oorzakelijk verband?
Hoewel er niet direct een oorzakelijk verband is vastgesteld, lijkt de trend samen te vallen met de introductie van de smartphone in 2007. “Er is absoluut een verband,” aldus Bruns. “Je kunt niet zeggen dat het door de iPhone komt, maar misschien lezen jongeren sindsdien gewoon minder boeken.” En het geldt niet alleen voor Nederland, maar voor álle landen waar onderzoek naar lees- en schrijfvaardigheid is gedaan. “Juist daar waar smartphones heel populair zijn.”
Schrijfvaardigheid
Bruns zelf ervaart het probleem ook in de collegezaal. “Ik heb een vak dat het hele eerste jaar doorloopt. Daardoor leer ik de studenten goed kennen. Ik zie dat ze heel veel op hun telefoon zitten. Het is voor hen heel moeilijk om te schrijven. Juist die schrijfvaardigheid vormt de kern van het academisch onderwijs. Daarom dacht ik: ik wil dit onderzoeken. Schrijfvaardigheid kun je immers meten.”
Dataverzameling
Met hoogleraar Duurzaam Organiseren Christine Moser en hoogleraar Leesgedrag Roel van Steensel richt Bruns momenteel een onderzoek in, waarbij acht studentengroepen op verschillende manieren opdrachten maken: op papier, digitaal of met AI-ondersteuning. Twee groepen dienen als controlegroep. Een promovendus start in 2026 met het voorbereiden van het onderzoek; in 2027 begint de dataverzameling onder een cohort van ongeveer 150 studenten. De taaltoets die de studenten bij aanvang van de studie afleggen dient als nulmeting.
Adviezen
De onderzoekers willen niet alleen meten of technologie invloed heeft, maar vooral hoe. Bruns: “Ik geloof niet in simpele conclusies als: ‘dit werkt wel, dat niet’. Misschien scoren studenten beter op argumentatie, maar slechter op grammatica. Ik hoop dat we zulke profielen kunnen herkennen en dat we op basis van de bevindingen van het onderzoek vervolgens advies kunnen geven op welke manier een les moet worden aangeboden om bepaalde doelen te bereiken.”