Cuijpers: “Elk pad, elke weg, sloot, dijk of akker in Nederland is ooit aangelegd en heeft in de loop van de tijd veranderingen ondergaan. Alle onderdelen hebben eigen ontwikkelingsprocessen gekend, veel ingewikkelder dan je op het eerste gezicht zou denken. Over die aanleg en die veranderingen zijn nauwelijks gegevens nagelaten.”
Retrogressieve onderzoeksmethode
Het onderzoek naar het historisch landschap is vaak een moeilijke puzzel. En met de gebruikelijke methoden blijven er veel vragen over. De door Cuijpers uitgewerkte retrogressieve onderzoeksmethode werkt op een andere manier. Cuijpers: “In plaats van te beginnen bij de oudste gegevens en dan verder te werken naar de nieuwere gegevens, begint deze methode bij de recente, nauwkeurige gegevens en werkt vervolgens stapsgewijs terug."
Lith en Lithoijen
De methode is getoetst in de dorpen Lith en Lithoijen en daarbij zijn dingen naar voren gekomen die onbekend waren. Cuijpers: “Zo blijken bijvoorbeeld de dijken in het rivierengebied die woonplaatsen als ’s-Hertogenbosch en Tiel beschermen, in het verleden vaak verlegd, verschoven of opgehoogd te zijn, terwijl andere delen op een vaste plaats zijn blijven liggen.”
Fouten voorkomen
Cuijpers vervolgt: “Bij het plannen van nieuwe ontwikkelingen, zoals dijkversterkingen, woonwijken of nieuwe natuur is het van belang te weten tegen welke problemen onze voorouders in een gebied opliepen, welke oplossingen ze gekozen hebben en waarom. Op die manier kunnen problemen, die in de loop van de tijd ontstaan zijn, bijvoorbeeld met het waterbeheer, veel beter aangepakt worden en kunnen fouten worden voorkomen.”
Middeleeuwse gegevens
Bij het onderzoek is Cuijpers uitgegaan van gegevens uit de 19e eeuw, zoals kaarten en grondregistraties. Vervolgens heeft hij in archieven meer dan 25.000 schriftelijke bronnen onderzocht en geanalyseerd. Cuijpers: “Zo konden reconstructies worden gemaakt van het landschap, zoals dat er in de eeuwen daarvóór uitzag tot ver in de middeleeuwen aan toe. Dat is opmerkelijk, want met de gebruikelijke methoden was dat tot nu toe niet vaak gelukt.”
Digitale onderzoeksassistent
Het onderzoek en de analyses zijn ‘met de hand’ gedaan, de computer werd als ‘domme’ hulp ingezet voor de opslag van de data en voor het tekenen van kaarten. Cuijpers: “De opzet van het onderzoek is zodanig dat het de basis kan vormen voor een ‘digitale onderzoeksassistent’. Wie weet komt het nog zover dat ieder dorp, elke gemeente ooit een historische landschapsbeschrijving op maat heeft, die de basis kan vormen voor de oplossing van specifieke inrichtingsvraagstukken.”