Sorry! The information you are looking for is only available in Dutch.
Deze opleiding is opgeslagen in Mijn Studiekeuze.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.
Er is iets fout gegaan bij het uitvoeren van het verzoek.

Visie op de faculteit #5: Pieter van Beukering

30 mei 2024
In ‘Visie op de faculteit’ delen decaan Aletta Kraneveld en vice-decaan Pieter van Beukering van de Bètafaculteit elke maand afwisselend hun visie op de faculteit en de dagelijkse werkzaamheden in deze rubriek. Deze maand is het de beurt aan Pieter.

Een paar weken geleden hebben de studieverenigingen van onze faculteit het gesprek over hun verhuizing met het faculteitsbestuur verbroken. Het voelt alsof een goede vriend je laat weten dat hij klaar met je is en vervolgens de telefoon niet meer opneemt. Uitnodigingen om weer aan tafel te gaan zitten om deze kwestie te bespreken worden afgewezen. De deur blijft gesloten; onze dierbare studieverenigingen zeggen geen vertrouwen meer te hebben in onze goede bedoelingen ten aanzien van huisvesting.

Wat is er aan de hand? Zoals we allemaal weten, begint de sloop van het W&N-gebouw later dit jaar. Op de westvleugel A en B na, gaat het hele gebouw plat. Geleidelijk aan worden alle gebruikers naar een alternatieve locatie verhuisd, inclusief de studieverenigingen en het faculteitsbestuur. Zelf heb ik dit begin 2020 meegemaakt, toen het IVM samen met de afdelingen Wiskunde en Informatica naar het NU-gebouw werd verplaatst. Deze verhuizing ging gepaard met grote krapte: de staf was flink gegroeid en de beschikbare ruimte werd aanzienlijk minder. Uiteindelijk hebben we het met de helft van de ruimte per medewerker moeten doen en ik vermoed dat de afdeling Informatica nog meer ruimte moest inleveren. Het was even wennen, maar al snel waren we het W&N-gebouw vergeten en functioneerden we als vanouds in onze nieuwe omgeving.

Natuurlijk gunnen we de studieverenigingen eenzelfde positieve ervaring. De studieverenigingen zijn enorm belangrijk voor de faculteit. Ze vormen een sociaal thuis voor onze studenten, bieden hulp bij allerlei activiteiten en geven waardevolle feedback op het faculteitsbeleid. Maar ergens is het misgegaan in de communicatie, want zoals gezegd zijn de verenigingen nu van mening dat wij hun eisen niet serieus nemen. Ze menen dat ze door de verhuizing onderbedeeld worden, dat de vermindering in vierkante meters onacceptabel is en beschouwen de nieuwe locatie als minderwaardig.

Ik kan de aarzeling van de studieverenigingen goed begrijpen. Ook ik moest als afdelingshoofd van het IVM in 2020 even slikken toen ik de plattegrond van het toekomstige instituut zag en ‘genoegen’ moest nemen met een halvering van de ruimte en dus een verdubbeling van de bevolkingsdichtheid. Maar na een aantal brainstormsessies met creatieve collega’s hadden we een gedragen huisvestingsplan uitgewerkt, en de rest is geschiedenis. De krimp bleek uiteindelijk geen belemmering voor ons functioneren en welzijn.

De situatie met de verenigingen is niet echt anders. Vergeleken met de 24 m² die andere studieverenigingen op de VU hebben, verkeren onze verenigingen met 62 m² per vereniging momenteel in een uitzonderlijk luxueuze positie. Zelfs na de verhuizing zullen ze met 41 m² bovengemiddeld veel ruimte hebben. Over smaak valt natuurlijk niet te twisten, maar als langdurige bewoner van de vijfde verdieping van de A-vleugel heb ik me verwonderd over de claim dat de verenigingen na de verhuizing zouden worden weggestopt in een “bezemkast”. Ik heb in ieder geval met veel plezier in deze spiksplinternieuwe kamers gewerkt.

Terug naar de impasse tussen de studieverenigingen en het faculteitsbestuur. Hadden we een toverstaf om meer ruimte te creëren op onze volle campus, dan hadden we dat graag gedaan. Als bestuur en als VU staan we echter met de rug tegen de muur: we hebben geen extra vierkante meters en alternatieve locaties zijn ook niet beschikbaar. Bovendien gaat de planning onverminderd door en zal de sloopkogel het W&N-gebouw weldra binnenvliegen. We zullen moeten roeien met de riemen die we hebben, en dat doen we het allerliefst met de studieverenigingen. Daarom nodig ik de studieverenigingen nogmaals uit om weer aan tafel te komen en gezamenlijk de inrichting van de ruimtes te bespreken. Mochten er zaken zijn die dwarszitten en waar het bestuur in kan bewegen, dan zullen we dat zeker niet nalaten. Alleen door in gesprek te blijven komen we verder. Laten we samen vooruitkijken en onze zegeningen tellen van een krachtige faculteit met prachtige studieverenigingen.