Merijn Oudenampsen, politicoloog en socioloog aan de Université Libre de Bruxelles en gespecialiseerd in het bestuderen van politieke ideeën, hield een lezing met de titel ‘Het einde van een tijdperk? Mark Rutte, neoliberalisme en de toekomst van de Nederlandse politiek’.
Aan de hand van het boek ‘Neoliberalisme; Een Nederlandse Geschiedenis’ dat hij samen schreef met historicus Bram Mellink, wierp Oudenampsen een historische blik op het neoliberalisme in Nederland, waar volgens hem de afgelopen 13 jaar Mark Rutte het land regeerde met een mengsel van vrijemarktbeleid en technocratische middelen.
Bovendien wees hij erop dat de Nederlandse politiek merkwaardig genoeg ‘gedepolitiseerd’ was: historisch gezien werd er geen beroep gedaan op basis van ideologie, omdat partijen geen voordeel zien in het ‘aanvallen’ van actoren waar zij later een coalitie mee zouden kunnen vormen.
Gezien het internationale publiek dat meer wil weten over de Nederlandse politiek, nam Oudenampsen vervolgens de tijd om het Nederlandse politieke spectrum uit te leggen. Gekenmerkt door extreme fragmentatie vertrouwt Nederland zich historisch gezien op regeringen die zijn gevormd door coalitie, bestaande uit links- en rechtsgeoriënteerde politieke partijen. Actuele thema’s zijn immigratie, de stijgende kosten van het levensonderhoud, het klimaat, de toeslagenaffaire en stikstof- en woningcrisis die allemaal negatieve gevolgen hebben voor het vertrouwen in de overheid.
Oudenampsen stelde dat neoliberalisme niet noodzakelijkerwijs inkrimping van de staat met zich meebrengt, maar ook kan zorgen voor een reorganisatie, weg van herverdeling en het waarborgen van particuliere eigendomsrechten. Een centraal punt binnen deze ontwikkeling was het afschaffen van de economische planning en het oprichten van het ‘Centraal Planbureau’ als een “economische denktank” in plaats van een planbureau.
Vervolgens opende Oudenampsen de discussie. Een eerstejaarsstudent vroeg waarom mensen nog steeds economisch liberaal stemmen, terwijl dat beleid lijkt te hebben gefaald. Oudenampsen antwoordde daarop dit niet per se het geval is; voor burgers die onroerend goed bezitten is het beleid van de afgelopen twintig jaar goed geweest: hun huizen en investeringen stegen in waarde.
Vervolgens gaf Oudenampsen op verzoek van een andere student commentaar op de interpretatie van het neoliberalisme door de vertrekkende premier. Hij antwoordde dat Rutte relatief liberaal begon en gematigder werd toen hij eenmaal in de Tweede Kamer kwam. In deze context noemde Oudenampsen het laatste verkiezingsprogramma van het VVD het meest ‘linkse programma sinds eeuwen’. Weer een andere student, die Oudenampsen’s boek had gelezen bediscussieerde vervolgens hoe neoliberalisme partijpolitiek overstijgt: de sociaaldemocraten hebben het net zo goed geïnternaliseerd als de meer rechtse partijen.
Een voorbeeld hiervan is dat alle partijen hun politieke programma's naar een denktank sturen om de economische effecten van hun beleidsvoorstellen voor de komende 50 jaar te berekenen – ‘Ik denk dat we een van de weinige landen ter wereld zijn die dat doen’, zei Oudenampsen. Dit brengt natuurlijk problemen met zich mee, een voorbeeld is de gevallen van een model dat nog niet is aangepast aan nieuw beleid. Bijvoorbeeld het voorstel van Volt om een universeel basisinkomen in te voeren werd niet goed meegenomen in de laatste analyse.
Met dit voorbeeld sloot Oudenampsen de middag af. De PPE-studenten hadden waardevolle inzichten opgedaan over de Nederlandse politiek en PPE Encounters kon terugkijken op een succesvol eerste sprekersevenement. Later die avond verzamelden PPE-studenten zich in het John Stuart Mill College om de verkiezingen live te volgen, en de concepten die Merijn Oudenampsen introduceerde, gaven hen waardevolle perspectieven voor het interpreteren van de uitkomsten.