Lieve VU studenten en collega’s,
Afgelopen maandag werden de regenboogvlag en de stop geweld tegen vrouwenvlag van de VU gestolen en vervangen door een ander symbool. Je hebt erover kunnen lezen in de Telegraaf van woensdag jl. De laatste tijd moeten we weer vaker uitleggen waarom inclusiviteit, en symbolen van inclusiviteit, belangrijk zijn. Ik maak me daar zorgen over. Laat me uitleggen waarom.
Inclusiviteit is een recht. Een hard bevochten recht. En dat recht moet nog steeds elke dag bevochten worden, zodat iedereen zichzelf kan zijn. Daar ging Pride Amsterdam afgelopen week over. En het lijkt zo logisch: iedereen doet mee, iedereen doet ertoe. Dat is inclusief denken. In de praktijk blijkt echter dat ‘meedoen’ in het leven voor de één een stuk vanzelfsprekender is dan voor de ander. En dat mógen we simpelweg niet accepteren.
De VU heeft vanaf haar oorsprong gestaan voor inclusiviteit. Als het gaat om ‘de kleine luyden’ van Abraham Kuyper, dan gaat het niet alleen over zij die hun studie niet zonder hulp kunnen betalen. Het gaat net zo goed over minderheidsgroepen die een andere kleur, seksuele of genderoriëntatie en religie hebben. Iedereen is welkom bij de VU. Dat uitgangsprincipe vinden we echt heel belangrijk.
Inclusiviteit is dus een kwestie van waarden. En die waarden worden elke dag uitgedrukt en onderstreept door de recent ontvreemde vlaggen voor de hoofdingang van de VU. Maar inclusiviteit is ook een kwestie van kwaliteit. Dat moet een universitaire gemeenschap toch aanspreken! Een gesprek dat met verschillende mensen van diverse achtergrond wordt gevoerd, is een kwalitatief beter gesprek. Daarom zetten we als VU ook zo in op de mixed classroom. Het is een bewezen concept om de kwaliteit in het leren te vergroten. Het idee is eenvoudig: wees benieuwd naar de ander. De ander is geen bedreiging maar een verrijking. Onthoud dit alsjeblieft, het is een belangrijk punt. Als je luistert en je probeert in te leven in de ander wordt je eigen standpunt, je eigen kennis, je eigen ervaring beter. Verrijkt. De dies natalis van dit najaar gaat hierover.
In een universiteit mag je verwachten dat de discussies scherp zijn. We horen elkaar de maat te nemen en het oneens te zijn op de inhoud. Maar laten we elkaar wel steeds met respect behandelen. En: in openheid aanspreken. Niet stiekem een vlag stelen, maar de moed hebben om het gesprek aan te gaan en daarbij bereid zijn om je eigen standpunt te laten toetsen en ook zo nodig bij te stellen. Dat is wat academisch werken betekent. We mogen hard zijn op de inhoud, maar laten we zacht zijn op de mens. After all: you and I is all we’ve got. Zeker in moeilijker tijden van bezuiniging en conflict.
Ik hoop dat we op 2 september een mooi en betekenisvol academisch jaar in gaan. Ik wens eenieder van ons dat men zijn, haar of hun punt kan maken maar dat we ook steeds de bereidheid in ons hart vinden om te luisteren. Wij kunnen alles aan, we kunnen het over alles hebben, als we elkaar maar meenemen. Ik herhaal: Iedereen doet mee, iedereen doet ertoe. Dat is mijn mantra, vanuit diepe overtuiging.
Veel dank.
Be well.
Jeroen Geurts
Rector Magnificus van de Vrije Universiteit Amsterdam