Aanleiding en Achtergrond
Het onderzoek richtte zich op de vraag in hoeverre deze informatie bruikbaar is om de naleving van de zorgplicht door zorgverzekeraars te monitoren. De zorgplicht, vastgelegd in de Zorgverzekeringswet (Zvw), vereist dat zorgverzekeraars tijdig en adequaat zorg bieden aan hun verzekerden. Wachttijden binnen de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) vormen hierbij een belangrijke graadmeter. De huidige methodiek van het registreren van wachtlijsten en wachttijden bij zorgaanbieders is echter niet primair bedoeld voor dit doel. Dit roept de vraag op of de beschikbare data een valide en betrouwbaar inzicht bieden in de mate waarin zorgverzekeraars aan hun zorgplicht voldoen. Complexiteiten zoals onjuiste registraties, dubbeltellingen, strategisch gebruik van wachtlijsten door zorgaanbieders en het onderscheid tussen wachttijd en wachtplek maken dit vraagstuk extra uitdagend.
Bevindingen
Uit de analyse van wachtlijsten, wachttijden en instroom bij zorgaanbieders kwamen diverse opvallende patronen naar voren:
- Sterke variatie in datalevering: Het percentage ondernemingen dat maandelijkse data aanlevert varieerde in 2023 van 18% tot 88%.
- Herhaling van data: Bij bijna de helft (50%) van de ondernemingen werden bij meerdere meetmomenten exact dezelfde aantallen wachtenden gerapporteerd.
- Afname dubbeltellingen: Het percentage wachtenden dat zowel op aanmelding als op behandeling werd geregistreerd, daalde van 18% in juni 2023 tot slechts 2% in juli 2024.
- Geen wachtenden: 4% tot 8% van de ondernemingen rapporteerde geen wachtenden.
- Fouten in diagnosegroepen en regio’s: Tot 10% van de instroom werd aan een verkeerde regio gekoppeld, en sommige aanbieders leverden data aan voor diagnosegroepen die zij niet behandelen. Daarnaast bleek 48% van de vestigingen minstens één keer exact dezelfde data aan te leveren voor een diagnosegroep, en in 10% van de gevallen werd geen onderscheid gemaakt tussen wachttijd voor aanmelding en behandeling. Fouten in de datalevering door enkele aanbieders veroorzaakten aanzienlijke verstoringen in de instroomcijfers en wachttijden, met afwijkingen die per regio en diagnosegroep sterk uiteenliepen.
Conclusie
Het onderzoek laat zien dat de huidige data over wachttijden en wachtlijsten onvoldoende betrouwbaar zijn om een accuraat en volledig beeld te schetsen van wachttijden in de GGZ per regio of diagnosegroep. Meetfouten, zoals dubbele tellingen bij aanmelding en behandeling, kunnen leiden tot overschatting van de aantallen, terwijl ontbrekende gegevens
juist tot onderschatting leiden. Bovendien zorgen foutieve dataleveringen van enkele aanbieders voor grote vertekeningen in zowel de instroomcijfers als de wachttijden.
Wat betreft de zorgplicht: het huidige dataverzamelingsproces maakt het moeilijk voor zorgverzekeraars om hun verplichtingen per regio te monitoren, en het ontbreken van data per verzekeraar maakt handhaving door toezichthouders lastig. Bovendien creëren onnauwkeurigheden in de registratie ongewenste prikkels, zoals strategisch inzetten van wachtlijstdata om contracten met verzekeraars te beïnvloeden. Omdat registratie niet bij de bron plaatsvindt (op patiëntniveau of per verzekeraar), biedt de data zelfs bij correcte aanlevering geen betrouwbaar inzicht in de naleving van de zorgplicht per verzekeraar.
Reacties in de media
Reactie de Nederlandse GGZ
Een woordvoerder van brancheorganisatie de Nederlandse GGZ zegt de bevindingen van het onderzoek serieus te nemen, maar wijst erop dat de branche ervaart dat het informatieportal niet altijd goed functioneert. En gezien de lange wachttijden "geven zorgaanbieders nu prioriteit aan het verlenen van zorg". (Bron: https://nos.nl/artikel/2541672-wachttijden-ggz-niet-goed-vastgelegd-zeggen-onderzoekers)
Reactie NZa
‘Betrouwbare wachttijdinformatie is belangrijk om te zorgen dat mensen de zorg krijgen die zij nodig hebben. In de ggz zien we dat mensen te lang moeten wachten. Zorgverzekeraars en zorgaanbieders gebruiken deze informatie over de wachttijden om beter afspraken te kunnen maken over de inkoop van zorg. In de media verschenen vandaag berichten over onze wachttijdinformatie in de ggz. Ook wij zien dat er verbetering nodig is.’ (Bron: https://nl.linkedin.com/posts/nederlandse-zorgautoriteit_betrouwbare-wachttijdinformatie-is-belangrijk-activity-7254492849700749312-Uks4; volledige reactie NZa op vragen van de NOS: https://bijlagen.nos.nl/artikel-21408681/Beantwoording_vragen_NZa.pdf)
Kamervragen
Naar aanleiding van de berichtgeving van de NOS over het onderzoek zijn er kamervragen gesteld aan de staatssecretaris van het ministerie van VWS. Het ministerie heeft verlenging van de verwerkingstijd gevraagd en gaat ermee aan de slag. (Bron: https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2024Z16988&did=2024D40857 en https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2024Z16988&did=2024D44372)
Reactie van VGZ
https://www.cooperatievgz.nl/cooperatie-vgz/nieuws-en-media/nieuwsoverzicht/cooperatie-vgz-roept-op-geef-ggz-wachtlijsten-een-gezicht
Onderhanden werk
We zijn gestart met het maken van een ramingsmodel van voor de uitgavengroei in de gehandicaptenzorg verleend onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit project wordt in opdracht van de directie MEVA van het ministerie van VWS uitgevoerd. Hierbij worden de instroom, doorstroom en uitstroom van cliënten in de gehandicaptenzorg gemodelleerd, om zo nader inzicht te verkrijgen in de drijvers van de uitgavengroei in de Wlz
gehandicaptenzorg en op basis hiervan mogelijke beleidsopties te identificeren om de Wlz gehandicaptenzorg te ontlasten.
In 2020 heeft de NZa deze onderzoeksrichting reeds aanbevolen voor toekomstig onderzoek. In 2023 heeft HHM hier in opdracht van het ministerie van VWS deels opvolging aan gegeven door hun onderzoek naar instroom en uitstroom in de VG6 en VG7 categorieën. Voor andere doelgroepen is hier tot nog toe geen opvolging aan gegeven. Op dit moment wordt tevens intern binnen VWS gewerkt aan een onderzoeksvoorstel naar de tariefsystematiek en drijvers van prijsstijgingen in de langdurige zorg. Gezamenlijk geven de onderzoeken inzicht in de uitgavengroei van de Wlz gehandicaptenzorg en de drijvers daarvan en in beleidsknoppen om deze groei te beïnvloeden. Tegelijkertijd verbeteren ze de kennisbasis om de verwachte toekomstige groei beter te ramen.